Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vrijdag ook in tweede instantie bepaald, nadat concurrent Sandd tegen het aanvankelijke besluit bezwaar had gemaakt.
Aan de hand van de berekening die PostNL jaarlijks indient, wordt bepaald hoeveel andere postbedrijven moeten bijdragen aan de zogenoemde universele postdienst die het bedrijf onderhoudt. Het gaat daarbij onder meer om de instandhouding van een minimaal aantal brievenbussen en de garantie dat op minstens vijf dagen in de week post wordt bezorgd.
Sandd vond dat de marktleider te veel kosten toerekent aan de universele postdienst, en dat dit de eigen concurrentiepositie schaadt. Maar volgens de ACM zijn die bezwaren ongegrond.