Volgens de Centrale Raad van Beroep dient onder het begrip ‘possessions’ in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM niet alleen te worden verstaan bestaande bezittingen, maar ook vermogensbestanddelen, met inbegrip van aanspraken waarvoor een gerechtvaardigde verwachting bestaat dat die zullen worden gerealiseerd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Bij betrokkene bestond de verwachting dat hij ingeval van werkloosheid aanspraak zou kunnen hebben op een uitkering conform het bepaalde bij en krachtens de WW. Dat betrokkene een gerechtvaardigde verwachting kon hebben op een WW-uitkering over de opzegtermijn van een maand, verwerpt de Raad. Het intreden van de eerste werkloosheidsdag hangt immers steeds af van de vraag of aan de in artikel 16 van de WW omschreven objectieve voorwaarden wordt voldaan.
Betrokkene heeft niet de gerechtvaardigde verwachting kunnen hebben dat het tijdstip van het intreden van werkloosheid en daarmee van de ingangsdatum van het recht op WW-uitkering niet mede afhankelijk kon zijn van de toekenning van een ontbindingsvergoeding. In die zin is er geen sprake van inbreuk op een ‘possession”. Evenmin sprake van een inbreuk op de beweerde ‘possession’, omdat de bepaling van de eerste werkloosheidsdag na het einde van de fictieve opzegtermijn in het algemeen geen invloed heeft op de duur van het uitkeringsrecht.
Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, LJ-Nummer: AU3569, Zaaknr: 04/4975 WW