Werklozen krijgen minder lang recht op WW en de eerste twee maanden een hogere uitkering. Het (snel) vinden van nieuw werk en het voorkomen van werkloosheid komen centraal te staan. Verder wordt de WW eenvoudiger, dalen de administratieve lasten voor werkgevers en wordt het ontslagrecht versoepeld. Dat is de kern van een wetsvoorstel voor modernisering van de WW en het ontslagrecht, dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het wetsvoorstel is een uitwerking van een unaniem advies van de Sociaal-Economische Raad over de WW. Het kabinet streeft ernaar de maatregelen per 1 oktober 2006 in te voeren.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Doelstelling
De regering streeft met dit wetsvoorstel een vierledige doelstelling na. De voorgestelde maatregelen maken de WW in de eerste plaats meer activerend, dat wil zeggen meer gericht op uitstroom uit de WW naar betaalde arbeid.
In de tweede plaats beoogt het wetsvoorstel een bijdrage te leveren aan een beter preventiebeleid. De verantwoordelijkheid voor inzetbaarheid van werknemers en voor werkloosheidspreventie ligt in hoofdzaak bij werkgevers en sociale partners; de voorgestelde maatregelen bevorderen dat deze partijen hun verantwoordelijkheid daadwerkelijk nemen.
Het wetsvoorstel wil in de derde plaats een versoepeling van de ontslagpraktijk bewerkstelligen. Als tussen partijen overeenstemming bestaat over de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, dienen de WW en het ontslagrecht daarvoor geen onnodige belemmeringen op te werpen.
In de vierde plaats beoogt de regering met dit wetsvoorstel de uitvoering van de WW te vereenvoudigen en de regeling inzichtelijker te maken voor werkgevers en werknemers.
Over WW-uitkering
In de nieuwe WW wordt de maximale uitkeringsduur verkort van vijf jaar tot drie jaar en twee maanden. Deze maximale duur wordt bereikt bij een arbeidsverleden van 38 jaar. Het niveau van de WW-uitkering gaat in de eerste twee maanden omhoog naar 75 procent van het loon. Vanaf de derde maand bedraagt de uitkering 70 procent van het loon. De kortdurende uitkering van zes maanden tegen 70 procent van het minimumloon wordt omgezet in een op het loon gebaseerde uitkering van drie maanden. Deze uitkering geldt voor werknemers die wel aan de wekeneis voldoen, maar niet aan de eis dat zij in minimaal 4 van de laatste 5 kalenderjaren over minimaal 52 dagen loon hebben ontvangen. Na deze omzetting en de eerdere afschaffing van de vervolguitkering kent de WW nog maar één soort uitkering. Dit betekent een aanzienlijke vereenvoudiging van de WW.
De verkorting van de maximale duur van de uitkering past in het streven van het kabinet de WW het karakter te geven van een overbrugging tussen twee banen.
Het voorstel voorziet verder in een soepeler toets of werkloosheid de werknemer te verwijten is. Het wordt de werknemer niet langer aangerekend dat hij zich neerlegt bij zijn ontslag. Dit ontlast werkgevers, werknemers en de rechterlijke macht omdat zogeheten pro forma procedures, die alleen worden gevoerd om het recht op WW veilig te stellen, niet meer nodig zijn. Dit leidt tot minder kosten en een soepeler ontslagpraktijk. Het wetsvoorstel verduidelijkt ook hoe omgegaan moet worden met verwijtbare werkloosheid bij een ontslag als gevolg van verwijtbaar gedrag jegens de werkgever. De WW-uitkering wordt in dat geval alleen geweigerd als het gedrag een dringende reden voor ontslag oplevert.
Over het nieuwe ontslagrecht
In een modern ontslagrecht dient volgens de minister het criterium ‘last in, first out’ niet langer het leidende beginsel te zijn bij bedrijfseconomische ontslagen. Het afspiegelingsbeginsel, waarbij ontslagen meer gespreid worden over de verschillende leeftijdscategorieën in een bedrijf, wordt daarom hoofdregel. Hiervoor wordt het Ontslagbesluit per 1 maart 2006 aangepast. Het wetsvoorstel biedt daarnaast de sociale partners de mogelijkheid om bij CAO andere ontslagcriteria overeen te komen.
Het wetsvoorstel leidt volgens het kabinet tot een besparing die oploopt tot 254 miljoen euro in 2011. Voor werkgevers betekent het voorstel een lastenbesparing van 92 miljoen euro (2007) tot structureel 98 miljoen euro (vanaf 2009).
De hervorming van de WW omvat ook een aanscherping van de toegang tot de WW per 1 april 2006. Dit voorstel is al in behandeling bij de Tweede Kamer. Verder komt er voor ouderen een werkloosheidsuitkering na afloop van de WW (de Inkomensvoorziening Oudere Werklozen, IOW). Het wetsvoorstel voor invoering van de IOW zal vóór de zomer van 2006 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Voorstel van wet, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Memorie van toelichting, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Advies Raad van State, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nader rapport, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
SER-voorstel leidt tot volumereductie WW, Rechtennieuws.nl
SER Advies ‘Toekomstbestendigheid Werkloosheidswet’, SER