De kortgedingrechter heeft het verzoek van een moeder om haar (meerderjarige) dochter te veroordelen tot ontruiming van een woonwagen toegewezen. Volgens de rechter blijft de moeder, ondanks ze uit de woonwagen is vertrokken, de huurster van de standplaats waarop deze woonwagen staat.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Na het vertrek van de moeder, bleef haar dochter in de woonwagen wonen. De moeder heeft ruim 20 jaar in de woonwagen gewoond. Zij heeft van de eigenaar van de woonwagen toestemming om deze te gebruiken zolang zij dat wil. Daaruit leidt de kortgedingrechter af dat moeder met de eigenaar van de woonwagen een bruikleenovereenkomst heeft voor onbepaalde tijd.
Vordering toewijsbaar
Omdat niet is gesteld of gebleken dat de bruikleenovereenkomst is opgezegd, moet ervan worden uitgegaan dat deze overeenkomst nog steeds voortduurt. De moeder heeft dan ook recht op bewoning van de woonwagen en het gebruik van de standplaats. De dochter heeft de huur willen overnemen, maar dat kan niet. Zij is geen medehuurder. Nu de moeder niet langer toestaat dat haar dochter in de woonwagen verblijft, is de vordering tot ontruiming toewijsbaar. Daarbij weegt mee dat de moeder een spoedeisend belang bij ontruiming heeft, omdat zij momenteel tijdelijk met haar minderjarige dochter op een camping in een kleine caravan woont.