De rechtbank Limburg heeft de bestuurder van het afvalverwerkingsbedrijf Edelchemie te Panheel vandaag veroordeeld voor het opzettelijk in werking hebben van het bedrijf zonder de daarvoor vereiste vergunningen. Na het verlopen van de vergunning en het sluiten van het bedrijf, begin 2005, bleven op het terrein grote hoeveelheden (gevaarlijke) afvalstoffen achter. Deze afvalstoffen waren in 2012 nog voor een groot deel aanwezig. Desondanks heeft Edelchemie Panheel niet voldoende maatregelen genomen om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of te beperken. De bestuurder krijgt hiervoor een geldboete van 25.000 euro. Het bedrijf krijgt eveneens een geldboete van 25.000 euro.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Geen gevangenisstraffen
De rechtbank heeft om een aantal redenen geen gevangenisstraffen opgelegd, die de officier van justitie wel heeft geëist. Bij het bepalen van de straf voor de bestuurder van Edelchemie Panheel is rekening gehouden met het tijdsverloop, de grote negatieve impact van de strafrechtelijke vervolging op de bestuurder van Edelchemie Panheel en zijn gezin, maar ook met zijn hoge leeftijd.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat door de controlerende overheden nimmer consequenties zijn verbonden aan het te langzaam afvoeren van de op het bedrijfsterrein aanwezige afvalstoffen. De aansluiting die de officier van justitie in haar strafeis zoekt bij grote fraudedelicten acht de rechtbank op de onderhavige zaken niet passend.
Phoenica
Op het bedrijfsterrein in Panheel was ook nog een ander bedrijf gevestigd, Phoenica. De rechtbank vindt dat Phoenica zich ook schuldig heeft gemaakt aan de betreffende feiten, omdat de twee bedrijven als één geheel moeten worden gezien. Dit bedrijf krijgt vanwege het kleinere aandeel een geldboete van 5.000 euro. De bestuurder van dit bedrijf, te weten de echtgenote van de bestuurder van Edelchemie Panheel, krijgt geen straf of maatregel opgelegd, vanwege de kleine rol die zij in het geheel heeft gespeeld en de grote impact van het strafrechtelijk onderzoek.
Vrijspraak voor zonen
De twee zonen van de bestuurder van Edelchemie Panheel waren ook gedagvaard. Dat geldt ook voor de vestiging van Edelchemie in België. Zij zijn vrijgesproken. Hun betrokkenheid was te gering voor een veroordeling.
Geen strafbaar feit
De vestiging van Edelchemie in België en haar bestuurder – een zoon van de bestuurder van Edelchemie Panheel – zijn vrijgesproken van de verontreiniging van het milieu in Panheel. Dat de vestiging in België zaken deed met de vestiging in Panheel en op de hoogte was van de situatie op het bedrijfsterrein in Panheel, maakt volgens de rechtbank nog niet dat zij een strafbaar feit hebben begaan. Dit geldt eveneens voor de andere zoon van de bestuurder van Edelchemie Panheel. Hij werkte bij Phoenica dat op het bedrijfsterrein van Edelchemie was gevestigd. Dat hij op de hoogte was van de situatie op het bedrijfsterrein van Edelchemie en soms behulpzaam is geweest, wil nog niet zeggen dat hij een strafbaar feit heeft begaan.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging bepleitte dat de officier van justitie niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachten. Eén van de argumenten was, dat ook de provincie Limburg verwijtbaar heeft gehandeld, zonder dat deze wordt vervolgd. De rechtbank vindt dat de officier van justitie de verdachten mocht vervolgen. Het handelen van de provincie is niet te vergelijken met het handelen van de verdachten. De officier van justitie heeft niet gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel of het verbod van willekeur. Ook is de kans van de verdachten op een eerlijk proces niet geschonden.
Geen vergunningen
In 2005 is Edelchemie Panheel door de provincie Limburg stilgelegd. Edelchemie en haar bestuurder werden verplicht te stoppen met de kernactiviteit van het bedrijf, te weten het verwerken van afvalstoffen. Nadat bleek dat geen (nieuwe) vergunningen zouden worden verleend en de onderhandelingen waren misgelopen, heeft de bestuurder van Edelchemie de opschoning van het terrein op zijn eigen wijze aangepakt door in zijn eigen tempo een andere bestemming te geven aan het opgeslagen materiaal. Hiervoor en voor de verfproductie en de laboratoria op het terrein was een vergunning nodig, maar deze ontbrak.
Afvalstoffen
Hoewel veel afvalstoffen bleven liggen, zijn er onvoldoende beschermende maatregelen voor de bodem genomen. De rechtbank acht dit verwijtbaar, met name nu de bestuurder van Edelchemie Panheel op de hoogte moet zijn geweest van de slechte staat van een aantal containers waarin afvalstoffen waren opgeslagen en dat er scheuren in het beton en in sommige gevulde opslagvaten zaten. Daarnaast heeft de bestuurder van Edelchemie Panheel ook nog een aantal bomen op het terrein laten vellen, zonder een melding te doen. De rechtbank is van oordeel dat de bestuurder en Edelchemie Panheel niet voldoende maatregelen hebben genomen om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of te beperken.