De rechtbank Den Haag heeft Loterijverlies B.V. niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, die zij namens deelnemers aan de Staatsloterij tegen de Staatsloterij had ingesteld. Loterijverlies B.V. startte de procedure nadat de Stichting Loterijverlies al eerder een kort geding procedure was begonnen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding. Beide zaken hebben te maken met misleidende uitlatingen door de Staatsloterij over de winkansen in de jaren 2000 tot 2008.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Oneigenlijke gronden
De rechtbank oordeelt dat Loterijverlies B.V. de procedure op oneigenlijke gronden is gestart. Zij wees daarbij onder meer op de rol van de directeur die feitelijk aan het roer staat van Loterijverlies B.V. De procedure van Loterijverlies B.V. is volgens de rechtbank slechts gestart omdat deze directeur zijn feitelijke zeggenschap in de Stichting Loterijverlies is kwijtgeraakt. Dat gebeurde nadat de door hem aangestuurde bestuurder van die stichting door de rechtbank Noord-Holland was vervangen wegens vermoedens van financieel wanbeheer.
Misbruik van bevoegdheid
De rechtbank vreest dat, op grond van de handel en wandel van de directeur van Loterijverlies B.V. in deze kwestie, de belangen van de deelnemers aan de Staatsloterij onvoldoende gewaarborgd zijn in de door Loterijverlies B.V. gestarte procedure. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat Loterijverlies B.V. onder de gegeven omstandigheden misbruik van bevoegdheid maakt en daarom niet ontvankelijk moet worden verklaard.
Stichting Loterijverlies
Overigens heeft de Stichting Loterijverlies zich gemengd in de procedure en is ook zij van mening dat Loterijverlies B.V. hier geen rol heeft. Het is de stichting die de belangen van de deelnemers dient te behartigen.