De door het gerechtshof in Den Bosch opgelegde straffen in de zogenoemde Valkenburgse zedenzaak zijn niet in strijd met het doel en de strekking van het wettelijk taakstrafverbod. De strafoplegging dient dan ook in stand te blijven. Dat adviseert advocaat-generaal Knigge de Hoge Raad in zijn conclusie die vandaag is gepubliceerd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In het Wetboek van Strafrecht is een taakstrafverbod neergelegd voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven en bij recidive van een aantal misdrijven. Van het taakstrafverbod kan worden afgeweken als naast de taakstraf een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.
Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelde eind december 2016 23 klanten van een minderjarige meisje in de Valkenburgse zedenzaak tot één dag cel en een taakstraf wegens jeugdprostitutie. Jeugdprostitutie valt onder de misdrijven waarvoor het taakstrafverbod geldt.
Het OM was het met deze straffen niet eens en stelde in zes zaken cassatie in. In cassatie heeft het OM aangevoerd dat het opleggen van een taakstraf zonder substantiële celstraf in strijd is met de strekking en bedoeling van de wet, die kwetsbare minderjarigen moet beschermen tegen inbreuken op hun seksuele integriteit. Het OM had in alle zaken substantiële onvoorwaardelijke celstraffen geëist, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijk deel en/of een taakstraf.
De advocaat-generaal is van mening dat het opleggen van één (of enkele) dag(en) gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf geen met de wet strijdige ‘omzeiling’ is van het wettelijke taakstrafverbod. Aan de feitenrechter komt een grote vrijheid toe bij de strafoplegging. Het taakstrafverbod mag niet zo worden geïnterpreteerd dat de rechter altijd of in de regel een substantiële onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet opleggen in de gevallen waarop de wet ziet. In de visie van de advocaat-generaal moet het cassatieberoep dan ook worden verworpen.
Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet in deze zaak.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat al dan niet te volgen. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.