Vandaag heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam in drie samenhangende zaken vonnis gewezen. In deze drie kort geding zaken was, onder meer, de opheffing van conservatoire beslagen gevorderd. COFCO had die beslagen in januari 2018 laten leggen voor vorderingen die verband houden met, kort gezegd, de overname van Nidera. COFCO stelt zich op het standpunt dat die overname tot stand gekomen is onder invloed van bedrog door Cygne. Over die vordering loopt een ICC-arbitrageprocedure tussen COFCO en Cygne.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Meerdere beslagen
Het gaat om conservatoire beslagen voor een vordering van ongeveer US$ 550 miljoen die COFCO op Cygne stelt te hebben. Daarnaast is voor een vordering van US$ 288 miljoen ten laste van ieder van de drie bestuurders van Cygne en Swansea, en ten laste van de enig aandeelhouder van Cygne, Swansea, voor dat bedrag beslag gelegd. Dit laatste beslag is kort gezegd gegrond op onrechtmatige verhaalsfrustratie.
Niet aannemelijk
De voorzieningenrechter heeft in alle 3 de zaken de conservatoire beslagen opgeheven. Reden voor die opheffing is dat niet aannemelijk is dat de vordering van COFCO hoger is dan het bedrag aan zekerheid (US$ 187,5 miljoen), waarover zij als gevolg van een beslissing in een emergency arbitration uit 2017 al beschikt. Meer specifiek is geoordeeld dat COFCO, hoewel zij stelt dat zij een vordering van meer dan US$ 500 miljoen heeft, die vordering op geen enkele wijze inzichtelijk heeft gemaakt. Ook ontbreekt een berekening daarvan.
Op grond hiervan zijn ook de beslagen ten laste van Swansea en de bestuurders opgeheven. Een uit de beslagen voortvloeiende informatievordering die ook nog aan de orde was, is in verband met de opheffing van de beslagen afgewezen.