De
voorzieningenrechter in Den Haag heeft vandaag bepaald dat Volkert van der G.
zich niet langer hoeft te melden bij de reclassering.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De vordering
Van
der G. vorderde in kort geding dat de meldplicht bij de reclassering zou komen
te vervallen. Volgens hem handelt de Staat onrechtmatig door de meldplicht als
bijzondere voorwaarde aan zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling te blijven
verbinden. Zowel het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en
Psychologie (NIFP) als de reclassering hebben namelijk aangegeven geen heil meer in de meldplicht te
zien. Door de meldplicht wordt hij bovendien belemmerd in zijn wens om naar het
buitenland te emigreren.
De situatie van Van der G.
Bij de
voorwaardelijke vrijlating van Van der G. in 2014 zijn aan hem bijzondere
voorwaarden opgelegd. Een van die voorwaarden hield in dat hij zich regelmatig
moest melden bij de reclassering. Medio
2017 zijn het Openbaar Ministerie (OM) en van der G. met elkaar in overleg
getreden over de wijze waarop een zinvolle invulling aan de contacten met de
reclassering zou kunnen worden gegeven. Het OM heeft besloten om daarover
advies te vragen aan het NIFP, de op dit
gebied deskundige instantie en de reclassering.
De rapportages van NIFP en het advies van de reclassering
Het NIFP
komt in haar (uitgebreide) rapport tot de conclusie dat er bij Van der G. geen
sprake is van een psychische stoornis of persoonlijkheidspathologie en dat
behandeling en begeleiding niet nodig is. Er is sprake van een laag
recidiverisico. Het handhaven van de meldplicht is volgens het NIFP niet nodig.
Ook de reclassering heeft in haar advies aangegeven dat zij in voortzetting van
de meldplichtcontacten met Van der G. geen toegevoegde waarde meer ziet.
Het oordeel van de voorzieningenrechter
De
voorzieningenrechter is van oordeel dat de Staat, gelet op de adviezen van het
NIFP en de reclassering, in redelijkheid niet tot zijn beslissing tot
handhaving van de meldplicht heeft kunnen komen. Onmiskenbaar heeft Van der G. een
zeer ernstig feit gepleegd. Daarmee is rekening gehouden bij de aan hem
opgelegde straf.
Bij de beoordeling van de vraag of de meldplicht bij de reclassering moet
worden gehandhaafd, speelt de ernst van het gepleegde feit geen rol meer.
Daarvoor is van belang of deze bijzondere voorwaarde nog zinvol is met het oog
op het terugbrengen van het recidiverisico. Dat is volgens het NIFP en de
reclassering niet het geval. Dat betekent dat Van der G. niet langer kan worden
verplicht zich periodiek bij de reclassering te melden.
Voorwaarden
Deze
uitspraak betekent niet dat er voor Van der G. helemaal geen voorwaarden meer
gelden. Voor hem gelden nog de voorwaarden dat hij gedurende de
resterende periode van zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling (tot 2020) geen
strafbare feiten mag plegen, dat hij geen contact mag hebben met de media en dat
hij de familie van Pim Fortuyn en/of Hans Smolders niet mag benaderen.
Juridisch kader
In
Nederland komt een gedetineerde die veroordeeld is tot een lange gevangenisstraf
in beginsel na het uitzitten van 2/3 deel van zijn straf voorwaardelijk vrij.
Voor iedere gedetineerde wordt bekeken of het nodig is om aan zijn voorwaardelijke
invrijheidstelling bijzondere voorwaarden te verbinden. Een van de
mogelijke voorwaarden is de verplichting zich te melden bij de reclassering.
Bijzondere voorwaarden zijn niet bedoeld als straf, maar om het recidiverisico
te verminderen. Of het stellen van bijzondere voorwaarden noodzakelijk is wordt
bekeken aan de hand van een inschatting van het recidiverisico. Als het
recidiverisico als laag wordt ingeschat kan het stellen van bijzondere
voorwaarden achterwege blijven. Bijzondere voorwaarden kunnen worden opgeheven
als zij overbodig zijn geworden.