Er komt geen nader onderzoek met het oog op herziening in de zaak tegen de tot levenslang veroordeelde Louis H. Dat heeft advocaat-generaal Harteveld vandaag beslist. De beslissing van de advocaat-generaal volgt op een advies van de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS). Deze adviescommissie adviseert over de wenselijkheid en de inhoud van nader onderzoek. Ook de ACAS ziet geen gronden voor nader onderzoek.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Louis H. werd op 21 november 2006 onherroepelijk veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens de moord op twee kinderen, negen en zes jaar oud, van een vriendin van hem. De kinderen en hun moeder werden op 5 maart 1984 in hun Amsterdamse woning levenloos aangetroffen. H. werd niet veroordeeld voor de moord op de vrouw; de ook tenlastegelegde doodslag was verjaard.
In december 2012 diende de raadsman namens de veroordeelde een herzieningsverzoek in. De Hoge Raad wees dit herzieningsverzoek in februari 2014 af omdat, kort gezegd, geen sprake was van een ‘novum’: een gegeven waarmee de rechter bij de behandeling niet bekend was en waarvoor geldt dat de rechter hoogstwaarschijnlijk tot een ander oordeel zou zijn gekomen als deze tijdens het proces wel daarmee bekend was geweest.
Namens de veroordeelde werd in november 2016 een verzoek gedaan tot het instellen van een nader onderzoek naar de aanwezigheid van een grond voor herziening. Dit ter voorbereiding van een herzieningsaanvraag. De raadsman draagt in zijn verzoek onderzoek naar een aantal kwesties aan die uitzicht zouden kunnen bieden op een novum. Het gaat dan om onder meer nader onderzoek naar de betrouwbaarheid van een verklaring van een getuige, naar het tijdstip van overlijden van de vrouw en kinderen en nader onderzoek naar de handvoorkeur van de veroordeelde in relatie tot onder meer de letsels.
In december 2017 adviseerde de ACAS de advocaat-generaal gemotiveerd waarom zij ten aanzien van geen van de aangedragen onderzoekspunten reden ziet voor een nader onderzoek.
In zijn beslissing van vandaag schrijft de advocaat-generaal dat ook hij, in navolging van dit ACAS-advies, geen gronden ziet voor nader onderzoek. Het verzoek van de veroordeelde wordt dan ook afgewezen.
Tegen de beslissing van de advocaat-generaal is geen hoger beroep mogelijk. De onherroepelijke veroordeling blijft in stand.
Wel staat het de veroordeelde vrij (opnieuw) een herzieningsverzoek in te dienen bij de Hoge Raad.
Bijzondere taken PG bij de Hoge Raad
De procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad heeft, naast zijn taak op het gebied van de cassatierechtspraak (het nemen van conclusies: rechtsgeleerde adviezen), een aantal bijzondere taken. Eén van die taken is het doen van onderzoek naar de vraag of er grond is voor de herziening van een onherroepelijke veroordeling mits aan een aantal voorwaarden is voldaan.
Ter voorbereiding van een herzieningsaanvraag kan een veroordeelde via zijn advocaat de PG verzoeken een nader onderzoek te doen naar bepaalde duidelijk omschreven omstandigheden. De PG kan daarbij advies vragen aan de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS). Deze adviescommissie adviseert over de wenselijkheid en de inhoud van nader onderzoek. De commissie bestaat uit twee wetenschappers, een deskundige op het terrein van de politiepraktijk, een advocaat en een lid van het Openbaar Ministerie. De procureur-generaal is vrij het advies van de ACAS al dan niet te volgen.
Bij toewijzing van het verzoek om nader onderzoek kan de PG een onderzoeksteam samenstellen. In de resultaten van dit onderzoek kan een onherroepelijk veroordeelde reden zien om zich met een aanvraag tot herziening tot de Hoge Raad te wenden.