Een nu 28-jarige (toen 22-jarige) man uit Sas van Gent heeft een destijds 18-jarige vrouw ertoe aangezet om in de prostitutie te werken. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan uitbuiting, wat een vorm is van mensenhandel. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch veroordeelt hem daarom tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast krijgt hij een taakstraf van 240 uur en hij moet het slachtoffer een schadevergoeding betalen van bijna € 42.000.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Prostitutie
De vrouw en de man uit Sas van Gent kenden elkaar al langer. Toen zij door omstandigheden niet meer bij haar ouders kon wonen, klopte ze bij hem aan. Zij betrokken samen een woning en de man overtuigde haar dat om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien het noodzakelijk was dat zij in de prostitutie zou gaan werken. Dat heeft zij vervolgens ruim 10 maanden gedaan, van augustus 2011 tot juni 2012. Zij werkte eerst als prostituee in België en toen dit niet meer kon doordat zij een SOA had opgelopen, door webcamseks te verrichten. De man en de vrouw leefden van wat zij verdiende, hij had zelf geen inkomsten.
Afhankelijke positie
Het hof neemt het de man kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie waarin de vrouw verkeerde, nu zij een plek zocht om te wonen en vanwege de gevoelens van verliefdheid die zij voor hem had. Doordat hij de vrouw tot prostitutie heeft aangezet zijn haar geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid aangetast.
Bij slachtoffers van mensenhandel kunnen gevoelens van angst en onzekerheid blijven bestaan, waardoor zij ernstig kunnen worden belemmerd in hun intermenselijke relaties en bij hun deelname aan het maatschappelijke verkeer. In haar slachtofferverklaring heeft de vrouw daar ook uiting aan gegeven.
De straf
De straf in hoger beroep wijkt af van die van de rechtbank. Het hof wil met de opgelegde straf enerzijds de ernst van het delict benadrukken en anderzijds door de straf deels voorwaardelijk op te leggen nieuwe strafbare feiten voorkomen. Bij het bepalen van de strafmaat heeft het hof ook rekening gehouden met het feit dat de man niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en dat de zaak in hoger beroep langer heeft geduurd dan de redelijke termijn van 2 jaar.