De Hoge Raad heeft het Hof van Justitie gevraagd om opschorting van een prejudiciële beslissing in twee zaken over dividendbelasting.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In twee zaken (ECLI:NL:HR:2017:342 en ECLI:NL:HR:2017:346) heeft de Hoge Raad op 3 maart 2017 aan het Hof van Justitie prejudiciële vragen gesteld. Deze vragen zijn gesteld naar aanleiding van prejudiciële vragen die de rechtbank Zeeland-West-Brabant aan de Hoge Raad heeft voorgelegd (ECLI:NL:RBZWB:2016:4829 en ECLI:NL:RBZWB:2016:4829). De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft hierbij overwogen dat die vragen aan de orde zijn in zo’n 2000 à 3000 zaken die bij die rechtbank kunnen worden aangebracht.
De vragen stellen aan de orde of de vrijheid van kapitaal (artikel 63 VWEU) meebrengt dat, en zo ja onder welke voorwaarden, een buitenlands beleggingsfonds – op gelijke voet als een fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 – recht heeft op teruggave van de ten laste van deze instelling ingehouden dividendbelasting. Deze zaken zijn door het Hof van Justitie geregistreerd onder nummer C-156/17 en C-157/17.
De Hoge Raad heeft bij het stellen van zijn prejudiciële vragen rekening gehouden met prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van een Deense rechter in een vergelijkbare zaak (Fidelity Funds, C-480/16). Deze vragen zijn op 21 juni 2018 door het Hof van Justitie beantwoord (ECLI:EU:C:2018:480) Het Hof van Justitie heeft de Hoge Raad vervolgens gevraagd of de Hoge Raad in dit licht de door hem gestelde prejudiciële vragen wenst te handhaven.
In antwoord op deze vraag heeft de Hoge Raad het Hof van Justitie bericht dat op voorhand niet geheel zeker is of het arrest van het Hof van Justitie in de Deense zaak alle benodigde nuttige aanwijzingen bevat voor opheldering van de aan de Hoge Raad door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant voorgelegde vragen. De Hoge Raad heeft partijen, derden die zich in de nationale procedure hebben gemengd en de procureur-generaal uitgenodigd zich hierover uit te laten. Vervolgens zal de Hoge Raad besluiten of hij zijn verzoek aan het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing zal intrekken, (geheel of gedeeltelijk) handhaven of aanvullen.