De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet een op 14 mei 2018 ingediende asielaanvraag van twee Amersfoortse kinderen opnieuw beoordelen, omdat geen rekening is gehouden met de terugkeervoorwaarden. Dat heeft de bestuursrechter vandaag beslist.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Achtergrond
De kinderen zijn in 2008 met hun moeder naar Nederland gekomen. Hun asielaanvraag werd in 2009 afgewezen. Die afwijzing is in 2011 definitief geworden na een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Vervolgens zijn er meerdere procedures gevoerd die niet hebben geleid tot een verblijfsvergunning. In augustus vorig jaar oordeelde de bestuursrechter in een spoedprocedure dat de staatssecretaris de moeder en haar twee kinderen uit mocht zetten. De moeder verblijft nu zonder de kinderen in Armenië. De kinderen verblijven in hun oude omgeving bij een bevriend gezin van hun moeder. In april van dit jaar bepaalde de voorzieningenrechter in een voorlopig oordeel dat een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier op ‘tijdelijke humanitaire gronden’ terecht is afgewezen.
Asielprocedure
Deze procedure gaat over een asielaanvraag van de kinderen. Die is op 31 mei is afgewezen door de staatssecretaris. De kinderen geven aan dat zij graag in Armenië met hun moeder herenigd willen worden, maar dat zij vrezen voor ernstige schade als niet voldaan is aan de terugkeervoorwaarden. Deze terugkeervoorwaarden zijn o.a. door de Raad voor de Kinderbescherming opgesteld. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris deze terugkeervoorwaarden ten onrechte niet heeft meegenomen bij de beoordeling van de aanvraag. De staatssecretaris moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen. Daarbij moet worden gekeken naar de gestelde vrees van de kinderen dat zij ernstige schade zouden ondervinden als niet is voldaan aan de opgestelde terugkeervoorwaarden.