Een 32-jarige man uit Eindhoven is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar en een toezichtsmaatregel. De rechtbank Oost-Brabant oordeelt – anders dan de officier van justitie – dat de man met voorbedachte raad een andere man die hij kende om het leven probeerde te brengen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De verdachte ging in januari van dit jaar naar de woning van de man in Eindhoven en stak hem in het portiek van diens appartementencomplex meerdere keren met een mes. Het slachtoffer overleefde de aanval, maar liep ernstige verwondingen op.
Volgens de officier van justitie ging het om een poging tot doodslag en zou de verdachte 4 jaar de cel in moeten. De rechtbank oordeelt echter dat de verdachte handelde met een vooropgezet plan. Dit betekent dat er sprake is van een poging tot moord; een zwaarder delict waar een hogere straf bij hoort. De verdachte ging met een uitgeklapt mes naar de woning van de man, belde hem vlakbij de woning om te verifiëren of hij thuis was en liep vervolgens verder richting de woning. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de verdachte direct nadat het slachtoffer de deur opendeed riep “wil je sollen met mij?” en hem daarna onmiddellijk met het mes stak.
Doodsangsten
Het incident heeft een grote impact op het leven van het slachtoffer. Hij was in de veronderstelling dat hij zou overlijden en stond doodsangsten uit. Ook nu nog ondervindt hij dagelijks de gevolgen van het delict. Het slachtoffer raakt in paniek als de deurbel gaat, kan zich moeilijk concentreren en durft eigenlijk niet alleen de deur uit. Hij is bang dat de verdachte hem weer komt opzoeken en vraagt zich vaak af waartoe de verdachte allemaal in staat is. De verdachte zou mogelijk een deel van die angst kunnen wegnemen door uit te leggen waarom hij tot zijn daad is gekomen. Naar zijn motief is het echter gissen, want hij blijft ontkennen. Dit alles rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Uit het onderzoek van een psychiater en een psycholoog blijkt dat de verdachte lijdt aan een ongespecificeerde psychotische- of schizofreniespectrumstoornis. Niet kon worden vastgesteld in welke mate die stoornis een rol heeft gespeeld bij het steken. De rechtbank beschouwt de verdachte echter als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 7 jaar op z’n plaats. Een nader onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte in het Pieter Baan Centrum vindt de rechtbank niet nodig. Om mogelijke risico’s te beperken legt de rechtbank wel een maatregel op waarmee – als nodig – het gedrag van de verdachte na de gevangenisstraf kan worden beïnvloed of zijn vrijheid kan worden beperkt. De verdachte moet het slachtoffer ook een schadevergoeding betalen van ruim 3.600 euro en hij moet een eerder voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 20 uur uitvoeren.