De Rechtspraak vindt dat een rechter in een individuele, concrete zaak moet kunnen toetsen aan de belangrijkste wet van ons land: de Grondwet. In de zienswijze van de Rechtspraak op rechterlijke constitutionele toetsing wordt dit standpunt toegelicht aan de hand van 8 vragen. Op dit moment geldt voor rechters een zogenoemd toetsingsverbod. Als dit verbod wordt opgegeven, leidt dit tot betere bescherming van grondrechten, meer rechtsbescherming voor individuele burgers en dus een beter functionerende rechtsstaat. Deze zienswijze kwam tot stand na een brede consultatie van rechters, raadsheren, bestuurders en andere medewerkers in de gerechten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Uitzonderingspositie
In Nederland oordeelt de rechter niet alleen of burgers en bedrijven, maar ook de overheid zich aan de wet houdt. Zo beschermt hij de rechten en vrijheden van iedereen in Nederland. Maar de rechter mag wetten niet toetsen aan de Grondwet, vanuit de gedachte dat het aan de wetgevende macht is om ervoor te waken dat wetten hiermee in overeenstemming zijn. De Rechtspraak pleit al sinds 2002 om het voor rechters mogelijk te maken te toetsen aan de Grondwet, en ook afgelopen jaar nog in een brief aan de informateur. Ons land neemt op dit moment een uitzonderingpositie in Europa in. Want in alle andere Europese lidstaten kan de rechter wél toetsen aan de Grondwet. In het coalitieakkoord kondigde het kabinet aan de uitwerking van constitutionele toetsing ter hand te nemen.
Voordelen
Als zogenoemde rechterlijke constitutionele toetsing mogelijk wordt gemaakt leidt dit volgens de Rechtspraak, naast de eerder genoemde punten, tot vergroting van de maatschappelijke zichtbaarheid en de symbolische waarde van de Grondwet. Ook kan het een impuls zijn voor de aandacht voor de wetgevingskwaliteit in het wetgevingsproces. Verder biedt constitutionele toetsing kansen om de Grondwet te laten meebewegen met (maatschappelijke) ontwikkelingen en rechtsopvattingen, is te lezen in de zienswijze.
Volgende stap
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister voor Rechtsbescherming vroegen de Rechtspraak om een zienswijze op rechterlijke constitutionele toetsing te formuleren. Inmiddels informeerden ook de Hoge RaadU verlaat Rechtspraak.nl en de Raad van State de ministers over hun zienswijze. De volgende stap is dat het kabinet de Eerste en Tweede Kamer informeert. Naar verwachting gebeurt dit nog voor het zomerreces.