De Dierenbescherming vorderde in kort geding de gemeente Groningen te verbieden stadsduiven te vangen en te doden. De Dierenbescherming stelt dat de stadsduif een beschermde inheemse vogelsoort is en dat de gemeente in strijd met de geldende wet- en regelgeving handelt.
De gemeente Groningen wil de stadsduivenpopulatie terugbrengen in verband met overlast. In de afgelopen jaren is het aantal stadsduiven door bijvoedering verdrievoudigd tot thans circa 6000.
De voorzieningenrechter wijst de vordering af. Naar voorshands oordeel van de voorzieningenrechter moet de stadsduif worden aangemerkt als “gedomesticeerd” en is het op grond van de toepasselijke wet- en regelgeving geen beschermde vogel. Derhalve is er geen sprake van onrechtmatig handelen jegens de dierenbescherming.