De cao-lonen stijgen in 2006 gemiddeld met 1,7 procent. Vorig jaar bedroeg de loonstijging nog 1 procent. Toch laat over de gehele linie de loonstijging ook dit jaar een redelijk gematigd beeld zien. Van bijna drie op de vijf werknemers stijgt het cao-loon minder dan 2 procent.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Dit blijkt uit de Najaarsrapportage 2006 die door minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer is gestuurd. De cijfers over de lonen betreffen uitsluitend wijzigingen in het contractloon. Het gaat dus niet om (individuele) loonsverhogingen als gevolg van promoties en periodieken.
In de Najaarsrapportage staat verder dat in 81 van de 123 onderzochte cao’s afspraken zijn opgenomen over de levensloopregeling. In 44 akkoorden is afgesproken dat de werkgever een financiële bijdrage aan de regeling zal leveren. Deze bijdrage loopt uiteen van 0,4 procent tot 3,8 procent. Gemiddeld is de bijdrage per werknemer 1 procent.
Uit de Najaarsrapportage komt verder naar voren dat in 48 cao’s de loondoorbetaling in de eerste twee ziektejaren kleiner of gelijk is aan 170 procent van het jaarloon. Bij 42 cao’s kan de loondoorbetaling over twee ziektejaren uitkomen boven de 170 procent als de werknemer zich voldoende inzet om weer aan het werk te gaan. In 25 akkoorden is de doorbetaling zonder meer hoger dan 170 procent. Onder deze 25 akkoorden zijn 21 akkoorden waarbij is afgesproken dat het al in het eerste ziektejaar lonend is om weer aan het werk te gaan, in de vorm van loondoorbetaling van minder dan 100 procent na de eerste (meestal) zes maanden van ziekte.
Verder is er gekeken naar afspraken op het gebied van ‘employability’ (bredere inzetbaarheid) van het personeel. Vrijwel alle cao’s kennen afspraken over scholing, scholingsverlof en – in iets mindere mate – motiverend beloningsbeleid om brede inzetbaarheid te realiseren. Meestal zijn de scholingsafspraken functiegericht, maar 23 van de onderzochte cao’s hebben ook afspraken over algemene scholing. In 17 cao’s komen afspraken voor over de erkenning van zogeheten elders verworven competenties (kennis en ervaring die buiten het onderwijs zijn opgedaan).