Tussen een bedrijfsmiddel en een voorraad bestaan twee fiscaal belangrijke verschillen. Op een bedrijfsmiddel kan worden afgeschreven en op een voorraad niet. Verder kan de boekwinst van een verkocht bedrijfsmiddel binnen daarvoor geldende voorwaarden in een herinvesteringsreserve worden opgenomen maar een boekwinst op een voorraad niet. De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat een activum de status van bedrijfsmiddel pas verliest als het is verkocht óf wordt gebruikt voor een nieuwe ondernemingsactiviteit waarin het activum fungeert als voor de omzet bestemde voorraad.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Eventuele handelingen die een ondernemer verricht voor de verkoop van een zaak die in zijn onderneming fungeert als bedrijfmiddel, kwalificeren niet als een nieuwe ondernemingsactiviteit. Dit is evenmin het geval als het handelingen betreft die op verzoek en voor rekening van de koper plaatsvinden en waardoor de zaak een aanmerkelijke wijziging ondergaat.
Tussen een bedrijfsmiddel en een voorraad bestaan twee fiscaal belangrijke verschillen. Op een bedrijfsmiddel kan worden afgeschreven en op een voorraad niet. Verder kan de boekwinst van een verkocht bedrijfsmiddel binnen daarvoor geldende voorwaarden in een herinvesteringsreserve worden opgenomen maar een boekwinst op een voorraad niet.
De Hoge Raad heeft onlangs een principieel arrest gewezen over de status van een activum: bedrijfsmiddel of voorraad. Beknopt weergegeven betrof de procedure het volgende.
Een vastgoedexploitatiemaatschappij (een bv) had in 1998 een nog verhuurde onroerende zaak gekocht met de bedoeling het winstgevend te exploiteren en er een nieuwe huurder voor te zoeken. In 2000 diende zich een gegadigde aan die de onroerende zaak niet wilde huren maar kopen. In 2001 verkocht de bv de onroerende zaak aan de koper en maakte daarbij een behoorlijke winst. Onderdeel van de verkoopovereenkomst was dat een deel van de opstallen moest worden gesloopt en als bouwterrein worden geleverd.
De bv had bij haar aangifte vennootschapsbelasting voor 2001 de boekwinst op de onroerende zaak in een herinvesteringsreserve opgenomen. Door middel van de vorming van een herinvesteringsreserve zou belastingheffing over met de verkoop behaalde boekwinst kunnen worden uitgesteld. De inspecteur corrigeerde echter de aangifte voor de herinvesteringsreserve. De bv had naar zijn mening al voorafgaand aan de verkoop de bedoeling om de onroerende zaak in haar onderneming te exploiteren, gewijzigd in een voor de verkoop bestemde zaak. Dat betrof in elk geval het deel van de onroerende zaak dat als bouwterrein moest worden geleverd. De zaak kwam voor Hof Den Haag die de inspecteur in het gelijk stelde.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een activum de status van bedrijfsmiddel pas verliest als het is verkocht óf wordt gebruikt voor een nieuwe ondernemingsactiviteit waarin het activum fungeert als voor de omzet bestemde voorraad. Eventuele handelingen die een ondernemer verricht voor de verkoop van een zaak die in zijn onderneming fungeert als bedrijfmiddel, kwalificeren niet als een nieuwe ondernemingsactiviteit. Dit is evenmin het geval als het handelingen betreft die op verzoek en voor rekening van de koper plaatsvinden en waardoor die zaak een aanmerkelijke wijziging ondergaat.
In de onderhavige procedure had Hof Den Haag evenwel andere maatstaven aangelegd. De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak en verwees de procedure naar Hof Amsterdam voor de behandeling van enkele onbehandeld gelaten geschilpunten.