Een directeur-grootaandeelhouder (dga) moet de eigen fiscale verplichtingen en die van de vennootschap goed in het oog houden. Nonchalance op dit punt kan duur komen te staan. Dit blijkt uit een uitspraak van Hof Den Bosch. In de onderhavige procedure had een dga haar taak niet zorgvuldig uitgeoefend. Ze had kunnen weten dat de per ultimo 2000 op de balans van haar bv vermelde grote passiefpost loonbelasting (€ 115.670) nog niet op aangifte was afgedragen. Het betrof vrijwel het gehele bedrag aan loonbelasting en premie volksverzekeringen over haar jaarloon (ruim € 191.000). De inspecteur legde de bv een naheffingsaanslag loonbelasting op van € 103.600 met € 25.900 (25%) boete wegens grove schuld. Hij was van mening dat de dga (en de door haar geraadpleegde deskundigen) vanwege de bij hen aanwezige kennis van het belastingrecht hadden moeten begrijpen dat te weinig belasting werd afgedragen. Het ten onrechte niet in de aangifte opgenomen bedrag was dermate groot dat dit de bv niet had mogen ontgaan. Later verminderde de inspecteur de boete tot € 15.000 in verband met de absolute hoogte van het bedrag. Het hof stelde de inspecteur in het gelijk, maar verminderde de boete verder met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) moet de eigen fiscale verplichtingen en die van de vennootschap goed in het oog houden. Nonchalance op dit punt kan duur komen te staan. Dit blijkt uit een uitspraak van Hof Den Bosch. De zaak was als volgt.
Een bv ontving in april 2002 van haar administratiekantoor de jaarrekening over het jaar 2000. Op de balans van 31 december 2000 was onder meer een post “Loonbelasting en premie volksverzekeringen” opgenomen tot een bedrag van f 254.904 (€ 115.670). Op de balans van 31 december 1999 bedroeg deze post f 23.724 (€ 10.765).
In 2003 vond bij de bv een boekenonderzoek plaats naar onder meer de loonbelasting over 2000. Uit het onderzoek bleek dat van de ultimo 2000 op de balans vermelde post ‘loonbelasting en premie volksverzekeringen’ nagenoeg het gehele bedrag (f 228.306 ofwel € 103.600) betrekking had op de op het salaris van de dga ingehouden maar niet afgedragen loonheffing. De controleur constateerde verder dat de bv geen suppletieaangifte had ingediend en dat het loon van de dga in tegenstelling tot voorgaande jaren en het jaar 2001 niet in de verzamelloonstaat van het jaar 2000 was opgenomen. De dga had in haar aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000 een brutoloon van f 421.830 (€ 191.418) een bedrag aan loonheffing van f 228.306 (€ 103.600) opgenomen.
De inspecteur legde de bv in november 2004 een naheffingsaanslag loonbelasting op naar een bedrag van € 103.600 met een vergrijpboete van 25% (€ 25.900) van het nageheven bedrag. Hij was van mening dat de dga (en de door haar geraadpleegde deskundigen) vanwege de bij hen aanwezige kennis van het belastingrecht hadden moeten begrijpen dat te weinig belasting werd afgedragen. Het ten onrechte niet in de aangifte opgenomen bedrag was dermate groot dat dit de bv niet had mogen ontgaan. De inspecteur stelde dat onder de gegeven omstandigheden de dga bij een zorgvuldig uitoefenen van haar taak had kunnen weten dat de door de bv af te dragen loonbelasting -zoals vermeld op de balans per ultimo 2000- nog niet op aangifte was afgedragen. Hij was van mening dat de bv gezien de absolute en relatieve hoogte van dit bedrag aan niet afgedragen loonbelasting dermate onachtzaam was geweest, dat sprake was van grove schuld.
De bv ging tegen de opgelegde vergrijpboete in hoger beroep. De dga had verklaard dat de afdracht van de loonheffing niet welbewust achterwege was gelaten. Ze was er vanuit gegaan dat het boekhoudkantoor ook aangifte loonbelasting had gedaan met daarin de post loonbelasting op de balans van ultimo 2000.
Volgens het hof hadden de omstandigheden van het geval bij de dga op zijn minst vraagtekens moeten doen oproepen. Echter de dga had noch na het ontvangen van de jaarrekening over het jaar 2000 noch na het indienen van haar aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000 gecontroleerd of het boekhoudkantoor voor dit bedrag aan loonheffing alsnog een suppletieaangifte had gedaan. Naar het oordeel van het Hof leidde dit tot een aan de bv toe te rekenen verwijtbare grove onachtzaamheid, die gelijk was te stellen met grove schuld. Dat de dga de afdracht niet welbewust achterwege had gelaten, deed aan het oordeel van het hof niet af. Voor het aanwezig achten van grove schuld hoeft van welbewust handelen of nalaten geen sprake te zijn.
Het hof stelde de inspecteur in het gelijk, maar verminderde de boete met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn voor de berechting van de zaak bij het hof (2 jaar en 9 maanden), zonder dat daarvoor bijzondere omstandigheden aanwijsbaar waren.