Voor het in aanmerking komen van de reisaftrek is het niet altijd nodig dat u de originele plaatsbewijzen moet kunnen overleggen naast de reisverklaring van uw werkgever. Als u aannemelijk kunt maken dat u voor uw woon-werkverkeer met het openbaar vervoer heeft gereisd dan bestaat toch recht op reisaftrek. Rechtbank Haarlem heeft onlangs in deze zin beslist. Men moet er wel op bedacht zijn dat de uitkomst van deze procedure sterk afhankelijk was van de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Voor het regelmatig woon-werkverkeer met het openbaar vervoer bestaat onder voorwaarden recht op de reisaftrek. De reisaftrek is een aftrekpost naar een bepaald vast bedrag afhankelijk van de afgelegde reisafstand. De reisaftrek bedraagt in 2008 maximaal € 1.918 en wordt evenredig verminderd bij een kortere werkperiode dan een jaar en/of bij werkweken die gewoonlijk uit minder dan vier werkdagen bestaan. Ook wordt de reisaftrek verminderd met eventuele van de werkgever ontvangen vergoedingen voor het met het openbaar vervoer afgelegde traject. De belangrijkste voorwaarden voor de reisaftrek betreffen:
- [#]Regelmatig woon-werkverkeer
Van regelmatig woonwerk-verkeer is sprake als u ten minste een maal per week van uw woning naar uw werk gaat met het openbaar vervoer en waarbij u binnen 24 uur zowel heen als terug reist. Het 40 keer heen en weer reizen in een kalenderjaar geldt óók als regelmatig woon-werkverkeer.
[#]De reisafstand
De met het openbaar vervoer afgelegde reisafstand (woning-werk) moet ten minste 10 km bedragen.
[#]Openbaarvervoerverklaring of reisverklaring
De met het openbaar vervoer afgelegde reisafstand moet uit een door het betreffende openbaarvervoerbedrijf afgegeven openbaarvervoerverklaring of een door de werkgever afgegeven reisverklaring.
Bij de regeling van de reisaftrek bestaat nog aanvullende regelgeving.
Indien u beschikt over een reisverklaring en de reisaftrek claimt, kan de inspecteur u vragen om hem uw reisverklaring en originele plaatsbewijzen toe te zenden. De inspecteur kan de reisaftrek niet zonder meer weigeren als u niet meer over de plaatsbewijzen beschikt. Er zijn meer bewijsmogelijkheden dat met het openbaar vervoer is gereisd. Dit blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Haarlem.
Een werknemer beschikte voor het jaar 2004 over een reisverklaring van zijn werkgever waarin deze verklaarde dat de werknemer gewoonlijk vier dagen per week met het openbaar vervoer van zijn woning naar zijn arbeidsplaats reist. De man beschikte niet over een eigen auto. Uit kopieën van zijn girorekeningen bleek dat de werknemer met grote regelmaat over het jaar heen plaatsbewijzen had gekocht bij het NS-station. In veel gevallen werden dezelfde bedragen overeenkomend met de prijs voor 5-rittenkaarten afgeschreven. De rechtbank vond het op basis van deze feiten en omstandigheden het aannemelijk dat de man met het openbaar vervoer van zijn woning naar zijn werk was gereisd en daarvoor kosten had gemaakt. De rechtbank verleende de werknemer alsnog de reisaftrek.
Opmerking
De uitkomst van de uitspraak van de rechtbank is sterk door de feiten bepaald. De uitspraak kan daarom niet zonder meer worden uitgelegd in die zin dat men de ov-kaartjes steevast kan weggooien.