In geding is de vraag of uit het feitelijk handelen van betrokkene een verzoek om ontslag kan worden afgeleid. De Centrale Raad van Beroep beantwoordt deze vraag in ontkennende zin. Er ligt immers geen aan het college gericht verzoek van betrokkene om ontslag voor.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Evenmin valt er een ondubbelzinnige gedraging van betrokkene, gericht op beëindiging van haar dienstverband bij de gemeente A. aan te wijzen. Met betrekking tot de – met haar dienstverband bij de gemeente A. niet verenigbare – indiensttreding van betrokkene bij de gemeente S., waarvan zij geen melding heeft gemaakt, heeft betrokkene zich niet gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.
Hiermee heeft zij zich volgens de Centrale Raad van Beroep verwijtbaar schuldig gemaakt aan plichtsverzuim, zodat het college bevoegd was een disciplinaire straf op te leggen. De opgelegde straf van disciplinair ontslag acht de Raad niet onevenredig aan de ernst van het door betrokkene gepleegde plichtsverzuim.