Betrokkene verzweeg dat zij in de periode van juli 1997 tot juli 2005 naast een bij de gemeente bekende bankrekening ook nog beschikte over een “en/of”-rekening. Op deze rekening stond gedurende die hele periode een tegoed dat de vermogensgrens in geringe mate overschreed. Die overschrijding bedroeg op 1 juli 1997 € 578 en liep – door rentebijschrijvingen – op tot € 849 op 30 juni 2005. De gemeente trok onder meer in verband met die overschrijding de bijstand met terugwerkende kracht per 1 juli 1997 in en vorderde de kosten van bijstand over acht jaar bruto (€ 79.804,61) terug. Na bezwaar en beroep bij de rechtbank bleef de intrekking en de terugvordering in stand.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Centrale Raad van Beroep overweegt in zijn uitspraak van 21 april 2009 (LJN BH9423) eerst dat de gemeente, nu aan de voorwaarden die daarvoor gelden is voldaan, zich terecht tot terugvordering bevoegd acht. Het gemeentelijke terugvorderingsbeleid houdt in dat steeds tot volledige terugvordering wordt overgegaan tenzij sprake is van dringende redenen of bij kruimelbedragen. Een dergelijk beleid kan in zaken als deze tot een resultaat leiden dat niet evenredig is met het door dit beleid beoogde doel, te weten het ongedaan maken van de financiële gevolgen van inlichtingenverzuim of van het niet (juist) verwerken van eerder wel verstrekte gegevens. De Centrale Raad is nu, anders dan voorheen, van oordeel dat een dergelijk beleid niet redelijk is omdat het niet voorziet in een nuancering op het uitgangspunt van volledige terugvordering. De Centrale Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij het besluit van de gemeente in stand is gelaten, en draagt de gemeente op een nieuw besluit op bezwaar te nemen en geeft daarbij in een overweging ten overvloede aan hoe de zaak verder moet worden afgehandeld. Dit betekent feitelijk een zeer forse matiging op het oorspronkelijk teruggevorderde bedrag.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.