Een man stortte aanzienlijke bedragen crimineel geld in contanten op de rekening van zijn vriendin voor de kosten van hun gezamenlijke huishouding. De inspecteur legde aanslagen schenkingsrecht op, maar deze werden door Rechtbank Breda vernietigd. Gezien het milieu waarin de man en vrouw zich bevonden, de bedragen die daarin omgingen en de luxueuze levensstijl, vond de rechtbank het aannemelijk dat de stortingen niet abnormaal hoog waren voor de kosten van de huishouding. Verder gaf de rechtbank aan dat uit niets bleek dat de man zijn vriendin had willen bevoordelen, wat noodzakelijk is voor een schenking.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In 1999 heeft de politie strafrechtelijk onderzoek gedaan naar een criminele organisatie die zich onder andere bezighield met het vervaardigen en verkopen van XTC-pillen. Op basis van dit onderzoek werd een man aangehouden. De rechtbank achtte hem schuldig aan het leiding geven aan een criminele organisatie. In hoger beroep is hij eveneens schuldig bevonden. De man ging in cassatie, maar nog voordat de Hoge Raad uitspraak kon doen, werd hij op 5 april 2004 in België geliquideerd.
Tijdens het strafrechtelijk onderzoek naar de man werden afschriften gevonden van bankrekeningen van zijn vriendin, met wie hij samenwoonde. Uit de afschriften bleek dat de man in 1999 en 2000 in totaal circa € 160.000 aan contanten op de bankrekeningen van zijn vriendin had gestort. De vriendin zei de bedragen van de man te hebben ontvangen voor de huur, gas, elektra, auto’s en andere kosten van de gezamenlijke huishouding.
De belastinginspecteur legde over de ontvangen bedragen (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting op aan de vriendin, maar deze aanslagen werden uiteindelijk door het hof vernietigd. Nu heffing van inkomstenbelasting niet mogelijk was, probeerde de inspecteur het via een andere route en legde aanslagen schenkingsrecht op. De vriendin maakte hiertegen bezwaar en ging later in beroep bij Rechtbank Breda.
Rechtbank Breda oordeelde dat de aanslagen schenkingsrecht ten onrechte waren opgelegd. Gezien het milieu waarin de man en de vrouw zich bevonden, de bedragen die daarin omgingen en de luxueuze levensstijl, achtte de rechtbank het aannemelijk dat de bedragen die waren gestort door de man, niet abnormaal hoog waren voor de kosten van de huishouding. De rechtbank gaf verder aan dat uit niets bleek dat de man zijn vriendin had willen bevoordelen, wat noodzakelijk was om te kunnen spreken van een schenking. Het is niet van belang dat de gelden die de vriendin had ontvangen, afkomstig waren uit een misdrijf. Op grond hiervan vernietigde de rechtbank de aanslagen schenkingsrecht. Hierop ging de inspecteur in hoger beroep.
Dat de man, zoals in het onderhavige geval, alle kosten van de gezamenlijke huishouding betaalde omdat zijn vriendin geen inkomsten had, is gebruikelijk. In een samenlevingscontract bijvoorbeeld wordt veelal vastgelegd dat de kosten van de huishouding naar rato van ieders inkomen moeten worden betaald. Dat is geen schenking. Voor een schenking is een bevoordelingsbedoeling nodig. De inspecteur slaagde er in dit geval niet in om te bewijzen dat de man zijn vriendin ook heeft willen bevoordelen. Dit ondanks het feit dat de bedragen voor het huishoudgeld zeer hoog waren, de vriendin aan de betalingen overhield en een deel van het geld was gebruikt voor de aankoop van aandelen door de vriendin.