Als u bouwgrond, een woning in aanbouw of een te verbouwen bestaande woning aankoopt met de bedoeling daarin zelf te gaan wonen, dan hebt u onder voorwaarden recht op de eigenwoningregeling voor deze toekomstige eigen woning. Dat is het geval als u de woning in dat jaar zelf of binnen één van de daarop volgende twee kalenderjaren kunt betrekken. Als de in aanbouw zijnde woning is aan te merken als eigen woning, dan hebt u recht op aftrek van (hypotheek)rente en kosten van geldleningen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Uit een feitelijke uitspraak van Rechtbank Den Haag blijkt dat een radicale wijziging in de plannen voor bewoning van een aangeschafte, toekomstige eigen woning gevolgen kan hebben voor de toepasbaarheid van de eigenwoningregeling. Is dat het geval, dan is het zaak om snel enige voorbereidingshandelingen te treffen voor een andere (nieuwe) woning om te voorkomen dat geen recht (meer) bestaat op aftrek van hypotheekrente die verband houdt met de eerder aangeschafte onroerende zaak.
Als u bouwgrond, een woning in aanbouw of een te verbouwen bestaande woning aankoopt met de bedoeling daarin zelf te gaan wonen, dan hebt u onder voorwaarden recht op de eigenwoningregeling voor deze toekomstige eigen woning. Dat is het geval als u de woning in dat jaar zelf of binnen één van de daarop volgende twee kalenderjaren kunt betrekken. Als de in aanbouw zijnde woning is aan te merken als eigen woning, dan hebt u recht op aftrek van (hypotheek)rente en kosten van geldleningen.
Uit een feitelijke uitspraak van Rechtbank Den Haag blijkt dat een radicale wijziging in de plannen voor eigen bewoning van een aangeschafte, toekomstige eigen woning gevolgen kan hebben voor de toepasbaarheid van de eigenwoningregeling. De zaak was als volgt. Een man had in 2002 een perceel grond met daarop een woonboerderij gekocht die hij zelf wilde bewonen. In de loop van 2003 bleek dat de boerderij moest worden gesloopt in verband met de reconstructie van watergangen door het hoogheemraadschap.
De man wilde in 2004 elders op de grond een nieuwbouwwoning laten bouwen, maar had daarvoor nog geen concrete voorbereidingshandelingen getroffen. In zijn aangifte inkomstenbelasting over 2004 had hij de hypotheekrente in verband met de aanschaf van de grond en de te slopen woonboerderij in aftrek gebracht, net zoals in 2002 en 2003. De inspecteur weigerde echter de aftrek Hij stelde dat de gehele onroerende zaak (dus inclusief de grond) fiscaal niet meer kon worden aangemerkt als eigen woning toen in 2003 duidelijk werd dat de boerderij moest worden gesloopt. De zaak kwam voor Rechtbank Den Haag.
De rechtbank stelde de inspecteur in het gelijk. Als de man in 2004 toch voor aftrek van hypotheekrente in aanmerking wilde komen, moest hij voor dat jaar aannemelijk maken dat sprake was van een eigen woning in de zin van een ‘woning in aanbouw’. De man had in 2004 met de bouw van een nieuw te bouwen woning echter nog geen enkele concrete aanvang gemaakt. Ook had hij in 2004 geen zodanige voorbereidingshandelingen getroffen, zoals het aanvragen en verlenen van een bouwvergunning, die een nieuw te bouwen woning zou doen kwalificeren als eigen woning in de zin van ‘woning in aanbouw’. Het enkele voornemen om nieuwbouw te plegen, vond de rechtbank onvoldoende. De rechtbank gaf verder aan dat in dit geval de letterlijke wettekst maatgevend was. Een stuk grond waarvoor slechts de intentie bestaat om erop te gaan bouwen, is geen woning in aanbouw. Verder was de rechtbank van oordeel dat men op een voldoende concrete en verifieerbare wijze aannemelijk moet maken dat de woning in aanbouw is en uitsluitend is bestemd om in het kalenderjaar of in een van de daaropvolgende twee jaren als eigen woning ter beschikking te staan. Dit in verband met het feit dat het hier gaat om een uitbreiding van de eigenwoningregeling tot woningen in aanbouw (en leegstaande woningen).
De rechtbank verklaarde daarop het beroep ongegrond.