Als u een procedure geheel of gedeeltelijk wint of lopende de rechtszaak aan uw beroep wordt tegemoetgekomen, dan kan de rechter u een proceskostenvergoeding toekennen. De te vergoeden kosten zijn in beginsel op vaste bedragen gebaseerd, waardoor de werkelijke kosten geen rol spelen. U komt voor een vergoeding van proceskosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand slechts in aanmerking, als blijkt dat een derde daadwerkelijk rechtsbijstand heeft verleend en dat de daarmee gemoeide kosten op u drukken, omdat u deze kosten heeft betaald. Heeft u een rechtsbijstandverzekering afgesloten of een rechtsbijstand insluitend lidmaatschap van een vakbond, dan doet dit geen afbreuk op uw recht op proceskostenvergoeding. Rechtbank Breda heeft onlangs in deze zin beslist.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Als u een procedure geheel of gedeeltelijk wint of lopende de rechtszaak aan uw beroep wordt tegemoetgekomen, dan kan de rechter u een proceskostenvergoeding toekennen. De te vergoeden kosten zijn in beginsel op vaste bedragen gebaseerd, waardoor de werkelijke kosten geen rol spelen. U komt voor een vergoeding van proceskosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand slechts in aanmerking, als blijkt dat een derde daadwerkelijk rechtsbijstand heeft verleend en dat de daarmee gemoeide kosten op u drukken, omdat u deze kosten heeft betaald. Heeft u een eigen voorziening getroffen voor eventuele kosten van beroepsmatige verleende rechtsbijstand (door bijvoorbeeld een rechtsbijstandverzekering af te sluiten) dan doet dit geen afbreuk op uw recht op proceskostenvergoeding. Rechtbank Breda heeft onlangs in deze zin beslist.
De procedure betrof oorspronkelijk een geschil over de WOZ-waarde van een woning. In september 2008 had de huiseigenaar beroep ingesteld bij Rechtbank Breda. In december 2008 bereikten de huiseigenaar en de gemeente een compromis over de WOZ-waarde. In januari 2009 berichtte de huiseigenaar de rechtbank dat het beroep als ingetrokken kon worden beschouwd als de gemeente in de proceskosten zou worden veroordeeld.
De rechtbank wees op een specifieke wetsbepaling uit de Algemene wet bestuursrecht. Deze bepaling geeft aan dat een bestuursorgaan (in dit geval de gemeente) op verzoek van de indiener van het beroepschrift kan worden veroordeeld, als het bestuursorgaan tijdens de beroepsfase geheel of gedeeltelijk aan de grieven tegemoet is gekomen. Dat was het geval. De gemeente meende echter dat de huiseigenaar toch geen recht had op een proceskostenvergoeding en voerde daarvoor allerlei verweren aan die volgens de rechtbank om uiteenlopende redenen niet steekhoudend waren. De rechtbank stelde voorts nog vast dat de gemeente niet had gesteld dat de hoogte van een eventuele proceskostenvergoeding onderdeel was geweest van het compromis en dat dit ook niet op enig andere wijze aannemelijk was geworden.
Een van de inhoudelijke verweren van de gemeente tegen de proceskostenveroordeling betrof het argument dat de huiseigenaar geen voor vergoeding in aanmerking komende kosten had gemaakt, omdat hij een rechtsbijstandsverzekering had afgesloten. De rechtbank maakte echter uit een toelichting op het Besluit proceskosten fiscale procedures (de voorganger van het huidige Besluit proceskosten bestuursrecht) op, dat geen onderscheid wordt gemaakt in gevallen waarin men wel en waarin men geen particuliere voorziening heeft getroffen zoals een rechtsbijstandsverzekering of een rechtsbijstand insluitend lidmaatschap van een vakbond. Beide categorieën komen in gelijke mate in aanmerking voor vergoeding van kosten van rechtsbijstand onder het besluit.
De rechtbank kende de huiseigenaar daarop een proceskostenvergoeding toe van € 322.