Criminaliteitsbestrijding verdient volgens de Nederlandse bevolking de meeste aandacht van de regering. Van de issues die zijn voorgelegd op het terrein van criminaliteitsbestrijding, moet de regering zich volgens de bevolking vooral richten op risicojongeren en veelplegers. Dit is gebleken uit periodiek onderzoek dat het kabinet onder de Nederlandse bevolking heeft laten uitvoeren naar de beleving van maatschappelijke issues.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Zowel in het voorjaar als in de zomer van 2004 is via inzet van enquêtes, media-analyses en groepsdiscussies onderzocht hoe de inwoners van Nederland maatschappelijke vraagstukken en het beleid van de overheid ervaren. De uitkomsten van de eerste twee onderzoeken van de zogeheten ‘Belevingsmonitor-nieuwe stijl’ zijn nu opgeleverd. De resultaten uit de monitor, waarvoor elk kwartaal een onderzoek gehouden wordt, moet de regering aanknopingspunten bieden het overheidshandelen en/of de overheidscommunicatie te beïnvloeden.
In de resultaten van de twee onderzoeken komt de roep om harder overheidsoptreden op verschillende fronten terug: zowel op het gebied van onderwijs, verkeer, vreemdelingenbeleid als controle op sociale voorzieningen. De overheid heeft inmiddels al een specifieke aanpak van veelplegers ontwikkeld. Criminelen die voor veel overlast en onveiligheid zorgen door keer op keer de fout in te gaan, kunnen met de nieuwe regeling worden aangepakt. Diefstal, heling, inbraak en straatroof zijn daarbij de meest voorkomende criminele activiteiten. Veelplegers kunnen maximaal twee jaar in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) worden geplaatst. Voor 2005 zijn 550 zogeheten ISD-plaatsen voorzien; in 2007 moet dit aantal zijn uitgebreid tot 1000. Deze plaatsen zijn exclusief de 300 voor de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) dat vooralsnog als afzonderlijk programma binnen de ISD blijft bestaan.
In de belevingsmonitor wordt naast wat de burger van de overheid verlangt, gevraagd naar wat Nederlanders als hun eigen verantwoordelijkheid zien. Het blijkt dat tegenover de roep om optreden van de overheid het besef staat dat de burger zelf verantwoordelijkheid draagt voor zaken als het eigen inkomen, eigen gezondheid, de opvoeding en opleidingskosten van hun kinderen en het milieu. Maar voor maatschappelijke problemen voelt men een beperkte verantwoordelijkheid. De bereidheid om een salarisverhoging in te leveren, langere werkweken te maken of later met pensioen te gaan om de economie te stimuleren of de sociale voorzieningen veilig te stellen, is beperkt.
Het beeld dat Nederlanders hebben van criminaliteit, veiligheid en integratie in ons land wordt overigens grotendeels gevormd door actuele gebeurtenissen die de publiciteit halen en is in mindere mate gebaseerd op eigen ervaring. Want zelf hebben de meeste mensen nauwelijks ervaring met criminaliteit. Een tiende van de bevolking woont naar eigen zeggen in een probleemwijk.
Ongeveer een op de drie Nederlanders (32%) heeft in de zomer van 2004 vertrouwen in de regering. Dat is nagenoeg ongewijzigd sinds het kwartaal daarvoor. Het vertrouwen is gering in verhouding tot andere instanties zoals de media, grote ondernemingen en vakbonden. Dit geldt overigens niet alleen voor de regering maar voor de overheid in het algemeen: gemeenten (38 %) en de Europese Unie (33 %) scoren een vergelijkbaar vertrouwenscijfer.
Het meest tevreden is het Nederlands publiek over het internationaal beleid. Ook zijn de meeste burgers niet ontevreden over de thema’s verkeer en vervoer, natuur en milieu, openbare veiligheid, onderwijs en kennis en zorg en welzijn. Slechts een minderheid van de bevolking geeft het kabinet op deze beleidsterreinen een onvoldoende. Behalve criminaliteit zijn ook financiën en koopkracht en economie en werkgelegenheid slecht scorende thema’s.
Met de publicatie van het rapport van de Belevingsmonitor in zijn nieuwe opzet, is de draad van het onderzoek naar de beleving van de burger weer opgepakt. De komende kwartaalrapportages maken het mogelijk om trends in die beleving te signaleren.