Hof Amsterdam heeft onlangs beslist dat de definitieve aanslag niet in de plaats treedt van eerder opgelegde voorlopige aanslagen. Voorlopige aanslagen worden (slechts) verrekend met de definitieve aanslag. Verder is een definitieve aanslag ten opzichte van een voorlopige aanslag niet te beschouwen als een nieuw besluit waarop in bepaalde gevallen kan worden doorgeprocedeerd in plaats van over het oorspronkelijke besluit.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De rechtsgevolgen van een definitieve aanslag zijn voor een deel anders dan die van een voorlopige aanslag. Deze oordelen van het hof haalden een streep door de rekening van een adviseur en de inspecteur om een fiscale kwestie uit een voorlopige aanslag inhoudelijk door de rechter te laten beoordelen. De computersystemen van de belastingdienst verwerken gegevens uit een belastingaangifte automatisch in voorlopige aanslagen.
In de onderhavige procedure leidde dat tot een ambtshalve vermindering van de oorspronkelijke voorlopige aanslag en uiteindelijk tot een tweede voorlopige aanslag die inhoudelijk hetzelfde was als de verminderde eerste voorlopige aanslag. Vlak daarna was ook een hogere definitieve aanslag opgelegd. Partijen probeerden de fiscale kwestie uit de eerste voorlopige aanslag over te hevelen naar de definitieve aanslag, maar het hof constateerde dat daarvoor geen wettelijke basis was te vinden.
Om een zaak uit een (voorlopige) aanslag inhoudelijk door de rechter te laten beoordelen zijn diverse elementen van belang. Er is een verschil in status en rechtsgevolgen tussen een voorlopige aanslag en een definitieve aanslag Verder moet degene die een procedure aanspant, een belang hebben bij de procedure. Dit houdt in dat bij de rechter een gunstiger resultaat moet kunnen worden bereikt dan zonder het rechterlijk oordeel het geval zou zijn geweest.
Deze twee elementen kwamen aan de orde in een procedure van Hof Amsterdam waarvan we alleen deze aspecten eruit lichten. De inspecteur had een adviseur een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 2006 opgelegd. De adviseur had daartegen met succes beroep ingesteld bij Rechtbank Haarlem. Kort daarvoor had de adviseur de aangifte inkomstenbelasting over 2006 ingediend. Naar aanleiding van de ingediende aangifte werd door de automatische computermatige gegevensverwerking bij de belastingdienst de voorlopige aanslag ambtshalve verminderd. Kort daarna legde de inspecteur de tweede voorlopige aanslag op. Deze voorlopige aanslag was conform de aangifte. Enige dagen later legde de inspecteur de definitieve aanslag op die conform de eerste voorlopige aanslag was vóór de ambtshalve vermindering. De adviseur stelde ook tegen deze definitieve aanslag beroep in bij de rechtbank. Partijen probeerden vervolgens de fiscale kwestie uit de eerste voorlopige aanslag inhoudelijk te laten beoordelen door Hof Amsterdam.
Het hof verklaarde het hoger beroep van de inspecteur echter niet-ontvankelijk. Het hof kon namelijk de vermindering van de voorlopige aanslag niet (geheel of gedeeltelijk) ongedaan maken. Daardoor ontbrak voor de inspecteur een belang bij het oordeel van de rechter en was inhoudelijke beoordeling niet mogelijk.
De inspecteur stelde vervolgens dat de (nog niet onherroepelijk vaststaande) definitieve aanslag van rechtswege in de plaats kan treden van de voorlopige aanslag. Het hof verwierp dit betoog. Voorlopige aanslagen worden (slechts) verrekend met de definitieve aanslag. Verder is een definitieve aanslag ten opzichte van een voorlopige aanslag niet te beschouwen als een nieuw (vergelijkbaar) besluit waarop in bepaalde gevallen kan worden doorgeprocedeerd in plaats van over het oorspronkelijke besluit. De rechtsgevolgen van een definitieve aanslag zijn voor een deel anders dan die van een voorlopige aanslag. Daarmee viel het doek voor partijen om de fiscale kwestie uit de voorlopige aanslag inhoudelijk door de rechter te laten beoordelen.
Opmerking
Er zijn alternatieven om een scenario zoals in deze procedure te voorkomen.
- De inspecteur moet uitstel geven voor het indienen van de aangifte totdat onherroepelijk is beslist over de voorlopige aanslag.
- De inspecteur moet na automatische vermindering van de eerste voorlopige aanslag een tweede voorlopige aanslag opleggen conform de eerste aanslag, zoals deze luidde vóór de vermindering (en dus geen definitieve zoals hier is gebeurd). In dat geval is wellicht wel sprake van vergelijkbare besluiten.