De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft een boete opgelegd aan een handelshuis in effecten wegens overtreding van artikel 46b, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet Toezicht effectenverkeer, waarin een verbod staat om een transactie of handelsorder in effecten te verrichten of te bewerkstelligen teneinde de koers van die effecten op een kunstmatig niveau te houden (thans artikel 5.58, eerste lid, onder b van de Wet op het financieel toezicht).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het handelshuis had, nadat het uit een openbare bron had vernomen dat voor een bepaald aandeel een “stop-loss order” door een marktpartij was gegeven, een grote verkooporder voor dat aandeel gegeven, waardoor de koers zakte en de ‘stop-loss order”werd geactiveerd. Daardoor kwamen er nog veel meer aandelen op de markt en daalde de koers aanzienlijk verder. Het handelshuis kocht hierop deze aandelen, op een prijsniveau net boven de “threshold”, het koersniveau waarop de handel zou worden geschorst. Direct daarna herstelde de koers zich tot het normale niveau.
Het handelshuis stelt in beroep dat haar handelingen niet vallen onder het wettelijke begrip “houden”. De rechtbank legt het begrip “houden” ruim uit, in die zin dat het ook “brengen” omvat, met een beroep op de doelstelling van de Richtlijn Marktmisbruik (Richtlijn 2003/6/EG) en de parlementaire geschiedenis van de nationale wetsbepaling.
In hoger beroep constateert het College dat de Richtlijn Marktmisbruik volledige harmonisatie beoogt van het regime ten aanzien van marktmanipulatie. Op basis van vergelijking van een vijftal taalversies wordt geoordeeld dat onvoldoende duidelijk is of, zonder in strijd te komen met het rechtszekerheidsbeginsel of het bepaaldheidsgebod, onder “op een abnormaal of kunstmatig niveau houden” in de Richtlijn ook het teweegbrengen van koersveranderingen als in geding is te verstaan. Hierover wordt een vraag voorgelegd aan het Hof van Justitie EG.
