Bij de invoering van de nieuwe kantonrechtersformule is de Kring van Kantonrechters er van uitgegaan dat jongere werknemers een betere arbeidsmarktpositie hebben. Het kabinet stelt zich ECHTER op het standpunt dat de jongere werknemer tijdens de huidige economische recessie niet makkelijker aan een baan komt en beschermt moet worden. Tijd om deze tegenstrijdigheid eens tegen het licht te houden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Kantonrechtersformule
Binnen het huidige Nederlandse ontslagstelsel bestaat de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden bij de kantonrechter. De kantonrechter heeft hierbij de bevoegdheid om een vergoeding toe te kennen, de zogenaamde ontslagvergoeding. De Kring van Kantonrechters heeft deze mogelijkheid uitgewerkt in haar aanbevelingen van 1996. De uitkomst hiervan is de kantonrechtersformule. Eind 2008 is deze formule aangepast.
De oude formule
De oude kantonrechtersformule luidde AxBxC. Hierbij staat A voor het aantal gewogen dienstjaren, B voor de beloning en C voor de correctiefactor. Bij de A factor uit de oude formule telt elk vol dienstjaar tot veertigjarige leeftijd voor één, elk dienstjaar tussen de veertig en vijftig jaar voor anderhalf en vanaf vijftig jaar telt elk vol dienstjaar voor twee. B Bij de B factor gaat het om het laatstverdiende maandsalaris inclusief vaste en overeenkomen looncomponenten. Factor C is de zogenaamde correctiefactor waarbij de kantonrechter rekening kan houden met de individuele omstandigheden.
De laatste jaren is er kritiek ontstaan op deze formule. De vergoedingen zouden te hoog zijn, waardoor werknemers minder gemotiveerd zouden zijn om ander werk te zoeken. Kortom de formule paste niet meer bij de bestaande arbeidsmarkt. De Kring van Kantonrechters heeft eind 2008 besloten om de formule aan te passen. De belangrijkste wijzigingen zijn de berekening van de A factor en de invulling van de C factor.
De nieuwe formule
Bij de nieuwe formule onder A zijn er extra leeftijdscategorieën ingebouwd. Bij de A factor geldt nu dat elk vol dienstjaar tot vijfendertigjarige leeftijd voor de helft meetelt, elk jaar tussen de vijfendertig en vijfenveertig voor één, elk jaar tussen vijfenveertig en vijfenvijftig voor anderhalf en elk jaar vanaf vijfenvijftig voor twee. Deze toevoeging leidt tot een verlaging van de vergoeding voor jongeren. Als rechtvaardiging hiervoor wordt aangegeven door de Kring dat deze groep een betere arbeidsmarktpositie heeft.
De C factor maakt het mogelijk om rekening te houden met de omstandigheden van het geval. In deze factor kan bijvoorbeeld de slechte financiële positie van een werkgever worden verwerkt, maar volgens de aanpassingen in 2008 ook de betere arbeidsmarktpositie van een werknemer. Dit dient overigens wel goed onderbouwd te worden.
Uit deze veranderingen komt duidelijk naar voren dat de vergoedingen over het algemeen lager zullen uitvallen. De groep werknemers die het hardst wordt getroffen, zijn de jonge werknemers. Maar is het tijdens de huidige economische recessie wel makkelijker om een baan te vinden voor de jonge werknemer?
Flexibilisering
Het kabinet stelt zich op het standpunt dat de jongere werknemer tijdens de huidige economische recessie niet makkelijker aan een baan komt. Er is daarom een wetsvoorstel ingediend om artikel 7:668a BW te verruimen. Nu mag een werkgever bijvoorbeeld maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten in een periode van hoogstens drie jaar geven aan een werknemer. Het kabinet is van mening dat er in de huidige markt veelal toe zal leiden dat een werkgever na ommekomst hiervan afscheid zal nemen van deze tijdelijke (en vaak jonge) werknemer. In het nieuwe voorstel kan een arbeidsovereenkomst voor jongere werknemers dan ook vier keer worden verlengd en mag de tijdelijke aanstelling maximaal vier jaar duren. Op deze manier heeft de jongere werknemer in ieder geval nog de mogelijkheid een nieuwe tijdelijke overeenkomst te krijgen.
Tegen deze redenering kan worden ingebracht dat onder de huidige regels na drie overeenkomsten, er ook een voor onbepaalde tijd kan volgen, maar een werkgever onder de nieuwe regeling wellicht zal kiezen voor de onzekere vierde tijdelijke overeenkomst. Een andere discrepantie: het is door de nieuwe kantonrechtersformule ‘goedkoper’ om deze jongere werknemer te ontslaan.
Oplettendheid is geboden
Concluderend kan gesteld worden dat de nieuwe formule niet gunstig uitpakt voor deze groep werknemers. Het kabinet gaat een noodgreep toepassen die mijns inziens niks aan de situatie zal veranderen. Er kan zelfs gezegd worden dat er sprake is van een tegenstrijdigheid. Eerst gaat men uit van een betere arbeidsmarktpositie voor de jonge werknemer en vervolgens komt er een wetsvoorstel waaruit blijkt dat de arbeidsmarktpositie van jongere werknemers helemaal niet zo goed is. Oplettendheid is dus geboden!
mr. Jorrit Berenschot, USG Juristen