Als u een procedure geheel of gedeeltelijk wint of lopende de rechtszaak aan uw beroep wordt tegemoetgekomen, dan kan de rechter u een proceskostenvergoeding toekennen. De te vergoeden kosten zijn in beginsel op vaste bedragen gebaseerd, waardoor de werkelijke kosten geen rol spelen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
U komt voor een vergoeding van proceskosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand slechts in aanmerking, als blijkt dat een derde daadwerkelijk rechtsbijstand heeft verleend en dat de daarmee gemoeide kosten op u drukken, omdat u deze kosten heeft betaald. Heeft u rechtsbijstand gekregen van een professionele hulpverlener op basis van no cure no pay basis, dan doet dit geen afbreuk aan uw recht op proceskostenvergoeding. Rechtbank Breda heeft onlangs in deze zin beslist.
Als u een procedure geheel of gedeeltelijk wint of lopende de rechtszaak aan uw beroep wordt tegemoetgekomen, dan kan de rechter u een proceskostenvergoeding toekennen. De te vergoeden kosten zijn in beginsel op vaste bedragen gebaseerd, waardoor de werkelijke kosten geen rol spelen. U komt voor een vergoeding van proceskosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand slechts in aanmerking, als blijkt dat een derde daadwerkelijk rechtsbijstand heeft verleend en dat de daarmee gemoeide kosten op u drukken, omdat u deze kosten heeft betaald. Heeft u rechtsbijstand gekregen van een professionele hulpverlener op basis van no cure no pay basis, dan doet dit geen afbreuk aan uw recht op proceskostenvergoeding. Rechtbank Breda heeft onlangs in deze zin beslist. De zaak voor de rechtbank was als volgt.
Een man had op 3 februari 2009 een woning gekocht voor € 172.500. De gemeente had de WOZ-waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2008 (voor het kalenderjaar 2009) vastgesteld op € 184.000. De man was het met de vastgestelde WOZ-waarde niet eens en schakelde een in WOZ-zaken gespecialiseerd bureau in. Dat bureau schakelde op zijn beurt een taxateur in. De taxateur schatte de waarde op de waardepeildatum op € 169.000. Het bureau diende daarop een bezwaarschrift in tegen de vastgestelde WOZ-waarde. Daarbij verzocht het bureau de gemeente om een forfaitaire proceskostenvergoeding ter waarde van 1 punt (€ 437) plus de vergoeding van de taxatiekosten van € 327,25 inclusief BTW (€ 275,- exclusief BTW). De gemeente schakelde ook een taxateur in die de waarde van de woning eveneens op € 169.000 schatte. De gemeente kende de man een proceskostenvergoeding toe tot een bedrag van € 218 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand maar vergoedde de taxatiekosten niet, omdat dit niet overeenstemde met het door het College van B&W vastgestelde beleid betreffende proceskostenvergoedingen. De man stelde daarop beroep in bij Rechtbank Breda.
De gemeente stelde voor de rechtbank dat de man geen recht had op een proceskostenvergoeding voor de kosten van het taxatierapport. Uit informatie op de website van het in WOZ-zaken gespecialiseerde bureau had de gemeente geconstateerd dat het bureau haar diensten kostenneutraal aanbood. Het bureau had de man de factuur voor het opstellen van het taxatierapport (€ 327,25) toegezonden en had daarbij aangegeven dat de factuur pas betaald hoefde te worden nadat de gemeente de vergoeding hiervoor had betaald. Zou de gemeente een lager bedrag dan € 327,25 aan de man vergoeden, dan hoefde de man alleen dat lagere bedrag aan het bureau te voldoen. Dit volgde uit een afspraak tussen het bureau. De rechtbank kwalificeerde deze afspraak als een ‘no cure no pay dienstverlening’. De afspraak hield volgens de rechtbank echter niet in dat de man geen proceskosten maakt in de zin van de wet.
De gemeente haalde vervolgens nog enkele argumenten aan waarom de taxatiekosten niet voor vergoeding in aanmerking zouden komen. Zo zou het taxatierapport overbodig zijn, omdat ook zonder het rapport voldoende argumenten aanwezig waren om te kunnen constateren dat de oorspronkelijke WOZ-waarde te hoog was vastgesteld. De man stelde dat het rapport wel degelijk toegevoegde waarde had om tot een juiste hertaxatie door de gemeente te komen. De rechtbank was het met de man eens. Het was op voorhand niet in te schatten hoe de gemeente de in het bezwaarschrift gestelde feiten en gebruikte argumenten zou waarderen. Verder vond de rechtbank dat het door een onafhankelijke taxateur laten opstellen en meezenden van een taxatierapport niet voorbarig was. Het taxatierapport wekte een degelijke indruk en de daarin vermelde WOZ-waarde had de gemeente -al of niet deels op andere gronden- gevolgd. In dat geval was naar het oordeel van de rechtbank toch sprake van ‘redelijkerwijs in verband met bezwaar gemaakte kosten’.
De gemeente stelde vervolgens nog dat de hoogte van de kosten van het taxatierapport te hoog was. De gemeente bepleitte een matiging van het uurtarief tot e en bedrag van € 40,61 en dat het uurtarief in overeenstemming moest zijn met het maximale uurtarief uit het Besluit tarieven in strafzaken 2003. Het bleek dat de taxateur 3,5 uur aan het taxatierapport had besteed. Deze tijdsduur vond de rechtbank niet onredelijk. De rechtbank stelde vast dat het maximale uurtarief in strafzaken volgens het Besluit € 81,23 bedroeg. Dit hield in dat de kosten van het taxatierapport tot maximaal voor: 3,5 uur x € 81,23 = € 284,31 voor vergoeding in aanmerking zouden kunnen komen. De kosten van het taxatierapport bedroegen echter € 275,- zodat de rechtbank vaststelde dat de kosten nog binnen de maximumgrenzen bleven.
De rechtbank verklaarde het beroep van de man gegrond en kende hem een proceskostenvergoeding toe van € 218,- voor de bezwaarfase, € 437,- voor de beroepsfase plus € 275,- voor de taxatiekosten in bezwaar (= totaal € 930,-). Van de griffie van de belastingkamer van Hof Den Bosch hebben we vernomen dat de gemeente hoger beroep heeft ingesteld.
Opmerking
Dezelfde rechtbank heeft op 3 augustus 2009 beslist dat een rechtsbijstandverzekering geen beletsel is om in aanmerking te kunnen komen voor een proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.