Ondernemers moeten opletten dat zij btw in de aangifte over het juiste tijdvak aftrekken. Btw kan alleen worden afgetrokken in het tijdvak waarin deze verschuldigd is geworden. Aftrek in andere tijdvakken is niet toegestaan. De Hoge Raad bevestigt dat aftrek ook niet mogelijk is door niet-afgetrokken btw te ‘herzien’ door deze alsnog in aangifte over het laatste tijdvak van het boekjaar af te trekken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Ondernemers moeten opletten dat zij btw in de aangifte over het juiste tijdvak aftrekken. Btw kan alleen worden afgetrokken in het tijdvak waarin deze verschuldigd is geworden. Aftrek in andere tijdvakken is niet toegestaan. De Hoge Raad bevestigt dat aftrek ook niet mogelijk is door niet-afgetrokken btw te ‘herzien’ door deze alsnog in aangifte over het laatste tijdvak van het boekjaar af te trekken.
Belang: het recht op aftrek van voorbelasting
Ondernemers moeten het bedrag aan aftrekbare btw per aangifteperiode berekenen en in de btw-aangifte verwerken. Het op onjuiste gronden (niet) in aftrek brengen van btw kan formeel niet in de btw-aangifte over het laatste tijdvak worden hersteld. Het is dus van groot belang dat ondernemers hun aftrekrecht gedurende het gehele jaar op de juiste manier berekenen en verwerken. Doen zij dit niet, dan bestaat de kans dat zij hun recht op aftrek verliezen.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat ondernemers de aftrekbare voorbelasting niet in iedere btw-aangifte berekenen en in aftrek brengen, maar hiermee wachten tot de laatste aangifte van het jaar. Dit komt vooral voor bij ondernemers met een beperkt recht op aftrek en waarbij de hoogte van hun aftrekrecht gedurende het jaar varieert.
De zaak en het arrest van de Hoge Raad
Iets vergelijkbaars speelde bij de ondernemer uit de door de Hoge Raad berechte zaak. Deze ondernemer kreeg in bepaalde aangiftetijdvakken voorbelasting in rekening gebracht, maar besloot deze btw initieel niet in aftrek te brengen, al had dit wel gekund. Uiteindelijk besloot de ondernemer de eerder in rekening gebrachte btw in zijn btw-aangifte over het laatste tijdvak alsnog in aftrek te brengen (door tegen de betaling als gevolg van deze aangifte tijdig bezwaar te maken en om teruggaaf van de desbetreffende btw te verzoeken). De ondernemer was van mening dat dit mogelijk was op grond van de Nederlandse btw-regelgeving, waarin onder meer staat dat bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van het boekjaar herziening van de aftrek plaatsvindt op basis van de voor het gehele jaar geldende gegevens.
Deze bepaling is nu door het arrest van de Hoge Raad verduidelijkt: deze herziening is alleen van toepassing als ondernemers in eerdere tijdvakken hun aftrekrecht daadwerkelijk toepasten op basis van de regels en berekeningen die op dat moment golden. Als blijkt dat de gedurende het jaar toegepaste aftrekgegevens aan het eind van het jaar, op basis van gegevens voor het gehele jaar, moeten worden aangepast, geschiedt dit op basis van genoemde regels. Maar dan moet de ondernemer dus wel eerst al een berekening hebben gemaakt en die voor het bepalen van zijn aftrekbare voorbelasting in zijn aangiften hebben toegepast.
Als de ondernemer in het tijdvak waarin hij de voorbelasting formeel moet aftrekken, besluit de aftrekregels niet toe te passen, kan hij dus in het laatste tijdvak van zijn boekjaar niet alsnog besluiten deze voorbelasting af te trekken.
Opmerking
Zoals eerder opgemerkt komt het in de praktijk regelmatig voor dat ondernemers de aftrekbare voorbelasting niet in iedere btw-aangifte berekenen en in aftrek brengen, maar hiermee wachten tot de laatste aangifte van het jaar. Zolang de belastingdienst deze handelwijze accepteert is er niets aan de hand. Echter, zodra een inspecteur besluit dat hij niet met deze handelwijze akkoord wil gaan, biedt de wet- en regelgeving op het gebied van de btw de ondernemer geen uitweg.
De Hoge Raad heeft overigens al eerder duidelijk gemaakt dat btw alleen voor aftrek in aanmerking komt in het tijdvak waarin deze verschuldigd is geworden, en niet in een willekeurig ander (later) tijdvak. De enige (formele) mogelijkheid om een aangifte te corrigeren is om bezwaar te maken tegen deze eigen aangifte. Dit bezwaar moet worden ingediend binnen zes weken na het indienen van de aangifte (indien het een nihil-aangifte of een terug te vragen bedrag betreft) of de betali ng op eigen aangifte. Overigens worden teruggaa fverzoeken in veel gevallen ook ambtshalve verleend maar als de inspecteur besluit geen gevolg te geven aan een teruggaafverzoek dat formeel te laat is ingediend, kan een ondernemer geen beroep tegen dit besluit aantekenen bij de rechter.
Het verdient daarom aanbeveling dat ondernemers het bedrag aan aftrekbare btw dan ook in elk aangiftetijdvak te berekenen en af te trekken op basis van de gegevens die op dat moment relevant zijn, om niet het recht op aftrek volledig te verspelen.