In de inkomstenbelasting is rente in principe aftrekbaar in box I als die wordt betaald op een lening die is aangegaan ter financiering van de verwerving van een eigen woning. Deze rente is ook aftrekbaar voor zover de lening is aangegaan ter financiering van direct met de verwerving samenhangende kosten. Het gaat dan bijvoorbeeld om overdrachtsbelasting, notariskosten en taxatiekosten. Dit geldt echter niet voor zover de lening is aangegaan ter financiering van andere kosten dan kosten die direct verband houden met de eigen woning, zoals bijvoorbeeld boeterente.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In een recente uitspraak van rechtbank Leeuwarden oordeelde de rechter dat als een lening ten dele is aangegaan ter financiering van kosten die direct verband houden met de verwerving van de eigen woning de rente slechts aftrekbaar is voor zover die ziet op dat deel.
In de inkomstenbelasting is rente in principe aftrekbaar in box I als die wordt betaald op een lening die is aangegaan ter financiering van de verwerving van een eigen woning. Deze rente is ook aftrekbaar voor zover de lening is aangegaan ter financiering van direct met de verwerving samenhangende kosten. Het gaat dan bijvoorbeeld om overdrachtsbelasting, notariskosten en taxatiekosten. Dit geldt echter niet voor zover de lening is aangegaan ter financiering van andere kosten dan kosten die direct verband houden met de eigen woning, zoals bijvoorbeeld boeterente. In een recente uitspraak van rechtbank Leeuwarden oordeelde de rechter dat als een lening ten dele is aangegaan ter financiering van kosten die direct verband houden met de verwerving van de eigen woning de rente slechts aftrekbaar is voor zover die ziet op dat deel.
In de hiervoor genoemde rechtszaak, die ging over het jaar 2006, had iemand de hypothecaire lening waarmee hij de verwerving van zijn eigen woning had gefinancierd overgesloten. Daarbij was het bedrag van de geldlening verhoogd. Het bedrag van de verhoging was aangewend voor de betaling van de kosten van de herfinanciering, de aanschaf van een nieuwe CV ketel en het betalen van boeterente.
Sinds 2010 staat expliciet in de wet dat rente op een lening ook aftrekbaar is als die lening is gebruikt om direct met de verwerving van de eigen woning samenhangende kosten te financieren. Tot dat moment was er een besluit op basis waarvan deze rente in principe kon worden afgetrokken, ondanks dat deze rente op basis van de wet, strikt genomen, niet aftrekbaar was. In de praktijk konden belastingplichtigen waarop de zogenaamde bijleenregeling van toepassing was, geen beroep doen op dit besluit. Op grond van de bijleenregeling wordt een belastingplichtige die zijn huis met winst verkoopt geacht de verkoopwinst te gebruiken voor de aankoop van zijn nieuwe woning. Als hij besluit (ook) voor dat bedrag tóch een nieuwe hypothecaire lening af te sluiten dan is de rente die op dat bedrag ziet niet aftrekbaar. Omdat de bijleenregeling niet van toepassing was op starters op de woningmarkt, konden starters wél een beroep doen op dit besluit. In de hiervoor genoemde zaak was de inspecteur van mening dat het besluit slechts van toepassing was op starterswoningen. De rechtbank was het hier echter niet mee eens en oordeelde dat het besluit ook in dit geval van toepassing was. Belanghebbende kon daarom de rente die hij op de verhoging van zijn hypothecaire lening betaalde aftrekken voor zover die zag op de nieuwe CV ketel en de kosten van de herfinanciering. Voor zover het bedrag van de verhoging was gebruikt voor de financiering van de boeterente was de rente niet aftrekbaar.
De regeling zoals die met ingang van 1 januari 2010 in de wet is opgenomen geldt zowel voor nieuwe leningen als voor leningen die op 1 januari 2010 al bestonden.