Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) staat lidstaten onder omstandigheden toe btw na te heffen bij onregelmatige facturen. Behalve in gevallen van goede trouw en kleine omissies, acht het HvJ EU het mogelijk dat onder omstandigheden de lidstaten van de EU kunnen ingrijpen op het functioneren van het gemeenschappelijke btw-stelsel door weigering van het nultarief op levering van goederen. Dit blijkt uit twee arresten van het HvJ EU (de zaak R en de zaak X/Facet Trading BV). Uit deze arresten blijkt het belang van het uitreiken van correcte facturen en het beheersen en controleren van financiële en logistieke processen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) staat lidstaten onder omstandigheden toe btw na te heffen bij onregelmatige facturen. Behalve in gevallen van goede trouw en kleine omissies, acht het HvJ EU het mogelijk dat onder omstandigheden de lidstaten van de EU kunnen ingrijpen op het functioneren van het gemeenschappelijke btw-stelsel door weigering van het nultarief op levering van goederen. Dit blijkt uit twee arresten van het HvJ (de zaak R en de zaak X/Facet Trading BV) Uit deze arresten blijkt het belang van het uitreiken van correcte facturen en het beheersen en controleren van financiële en logistieke processen.
De zaak R (C-285/09)
In deze zaak heeft R (Portugese nationaliteit) vanuit zijn in Duitsland gevestigde onderneming een grote hoeveelheid auto’s geleverd aan autobedrijven gevestigd in Portugal. R maakte facturen op waarbij de naam van ‘fictieve kopers’ werd opgevoerd als de afnemer van de leveringen. R paste het Duitse nultarief voor intracommunautaire leveringen toe op deze leveringen. De werkelijke kopers verkochten de auto’s door aan particuliere eindafnemers zonder melding te maken van een intracommunautaire verwerving.
R haalde met deze gekozen route een economisch voordeel. Hij kon zijn auto’s goedkoper verkopen en daardoor een hogere brutowinstmarge realiseren. Vanwege het karakter van de transactie wilde de Duitse fiscus btw naheffen over de leveringen naar Portugal, terwijl aan de materiële voorwaarden voor toepassing van het nultarief was voldaan.
Conclusie A-G Cruz Villalón
De Advocaat-Generaal (hierna: A-G) bij het HvJ EU was in zijn conclusie er van overtuigd dat ondanks de in de zaak R gegeven omstandigheden en steekhoudende argumenten, toch het nultarief kon worden gehandhaafd. Duitsland heeft in principe geen btw-aanspraken en er is geen sprake van verlies van belastinginkomsten. Het niet toestaan van het nultarief zou een onevenredige uitwerking hebben voor de btw, omdat er andere (bestuurs- dan wel strafrechtelijke) instrumenten zijn om substantiële schending van het neutraliteits- en territorialiteitsbeginsel te verwezenlijken.
Oordeel Hof van Justitie
In tegenstelling tot de opvatting van de A-G oordeelt het HvJ EU op basis van de gegeven omstandigheden, dat de EU-lidstaten bij onregelmatige facturen toepassing van het nultarief kunnen weigeren. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan facturen met een onjuiste tenaamstelling of toepassing van onjuiste btw-nummers.
Belang voor de praktijk
Na de uitkomst van het arrest X en Facet Trading BV, was al duidelijk dat het belang van het uitreiken van correcte facturen en een goede documentatie betreffende de intracommunautaire goederenstroom prioriteit heeft. Voor het toepassen van het nultarief op transacties met meerdere in de EU gevestigde partijen vormt het te leveren bewijs, om het recht op aftrek van voorbelasting bij (fictieve) intracommunautaire verwervingen te effectueren, een extra inspanning voor de ondernemer. Samen met de uitkomst in de zaak R wordt het nog belangrijker om financiële en logistieke processen te beheersen en te onderwerpen aan controles zodat geen ‘onregelmatigheid’ kan worden tegengeworpen.
Het sluitstuk voor dit jaar wordt de einduitspraak in de zaak Euro Tyre Holding BV. Hierin zal het HvJ EU oordelen aan welke schakel het nultarief moet worden toegerekend bij een levering van A (NL) naar B (BE) naar C (BE) waarbij C de goederen in Nederland afhaalt.