De graad van familieverwantschap tussen erflater en erfgenaam of legataris is bepalend voor de tariefgroepindeling voor de erfbelasting (tot en met 2009 successierecht geheten) en het toe te passen vrijstellingsbedrag.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het bepaalt tezamen met de omvang van de erfrechtelijke verkrijging de hoogte van de van toepassing zijnde tarieven. Kinderen en de partner van de erflater vallen in tariefgroep 1: de tariefgroep met het laagste tarief (10% over verkrijgingen tot € 118.708 en 20% daarboven, jaar 2011). Kleinkinderen vallen in tariefgroep 1A. Voor hen gelden de tariefspercentages 18% en 36% met toepassing van dezelfde tariefschalen. Andere dan hiervoor genoemde erfgenamen vallen in tariefgroep 2. Dit is de tariefgroep met de hoogste tarieven, namelijk 30% en 40% met toepassing van dezelfde tariefschalen. Een gerechtelijke vaststelling van de verwantschap kan tot een aanzienlijk lagere aanslag erfbelasting leiden.
Dit blijkt weer eens uit een feitelijk uitspraak van Hof Den Bosch. Een civiele rechtbank had daarbij vastgesteld dat een in 2005 overleden man de vader was van een vrouw die één van zijn erfgenamen was. Deze vaststelling had een tariefgroepverschuiving tot gevolg, waardoor haar aanslag successierecht uiteindelijk aanzienlijk lager uitviel. Men kan overigens ter zitting voor de rechtbank nog verzoeken om alsnog een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap te laten plaatsvinden.
De graad van familieverwantschap tussen erflater en erfgenaam of legataris is bepalend voor de tariefgroepindeling voor de erfbelasting (tot en met 2009 successierecht geheten) en het toe te passen vrijstellingsbedrag. Het bepaalt tezamen met de omvang van de erfrechtelijke verkrijging de hoogte van de van toepassing zijnde tarieven. Kinderen en de partner van de erflater vallen in tariefgroep 1: de tariefgroep met het laagste tarief (10% over verkrijgingen tot € 118.708 en 20% daarboven, jaar 2011). Kleinkinderen vallen tariefgroep 1A. Voor hen gelden de tariefspercentages 18% en 36% met toepassing van dezelfde tariefschalen. Andere dan hiervoor genoemde erfgenamen vallen in tariefgroep 2. Dit is de tariefgroep met de hoogste tarieven, namelijk 30% en 40% met toepassing van dezelfde tariefschalen.
Onder het begrip ‘kind’ voor de Successiewet vallen niet alleen natuurlijke kinderen van met elkaar gehuwden en geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden die voldoen aan bepaalde voorwaarden, maar ook ‘gelijkgestelde’ kinderen. Hiertoe behoren: stiefkinderen, pleegkinderen, adoptiekinderen, kinderen onder gezamenlijk ouderlijk gezag en van kinderen onder gezamenlijke voogdij. Voor pleegkinderen gelden enige aanvullende voorwaarden. Een familierechtelijke betrekking tussen ouder en kind ontstaat in de eerste plaats door geboorte. Daarbij geldt als vader de persoon die ten tijde van de geboorte van het kind is gehuwd met de vrouw uit wie het kind is geboren of die met haar gehuwd is geweest en is overleden binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind.
Naast geboorte kan een familierechtelijke betrekking ook ontstaan door adoptie, erkenning van een kind door de vader of door de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Men kan overigens nog ter zitting voor de rechtbank verzoeken om alsnog een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap te laten plaatsvinden. Dit laatste kan onder omstandigheden tot een aanzienlijk lagere aanslag erfbelasting leiden. Illustratief hierbij is een recente uitspraak van Hof Den Bosch. Over deze procedure hebben we ook op 20 juli 2009 en 16 december 2008 bericht, nadat Rechtbank Breda in de zaak uitspraak en tussenuitspraak had gedaan.
Na eerstgenoemde uitspraak van Rechtbank Breda had een civiele rechtbank vastgesteld dat in 2005 overleden erflater de vader was van een vrouw die erfgenaam was. Tegen de beschikking van de civiele rechtbank was geen hoger beroep aangetekend, zodat de uitspraak onherroepelijk vaststond. De inspecteur had voor Rechtbank Breda aangegeven dat zij niet langer tariefgroep III (de voorganger van de huidige tariefgroep 2) maar tariefgroep I (de voorganger van de huidige tariefgroep 1) zou toepassen, als gerechtelijk de vaderschap van erflater zou komen vast te staan. Nu dat niet meer in geschil was, was tariefgroep I van toepassing, waardoor per saldo veel minder successierecht was verschuldigd.