Sinds 1 september 2010 is werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst van Zorgpunt. Werknemer werkte voorheen als ZZP-er. Omdat dit onduidelijkheden met zich meebracht (met name ten aanzien van de hiërarchie tussen de directeur van Zorgpunt en de werknemer), hebben partijen besloten om een arbeidsovereenkomst te sluiten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Ontbindingsverzoek werkgever
Zorgpunt heeft op 15 februari 2011 bij de kantonrechter een ontbindingsverzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden. Hiervoor heeft Zorgpunt diverse redenen aangevoerd. Zo weigerde de werknemer zich te laten coachen/trainen, heeft hij (in de media) voorgedaan alsof Zorgpunt zijn bedrijf was, schond hij de privacy van een cliënt en heeft hij zich meermalen niet aan zijn geheimhoudingsplicht gehouden (bedrijfgevoelige informatie aan derden verstrekken, waaronder het adres en de contactgegevens van de directeur). Ook mengde werknemer zich in onderhandelingsgesprekken over een mogelijk nieuw te huren bedrijfspand terwijl hem dringend verzocht was dit niet te doen. Op 24 januari 2011 heeft de directeur werknemer geconfronteerd met de schending van zijn geheimhoudingsplicht. Hierop heeft de werknemer geantwoord dat “hij er genoeg van had. Ik stop er mee. Ik hoef van jou niets meer. Ik lever mijn auto in. Ik lever mijn sleutels in van het kantoor”. Werknemer heeft toen de daad bij het woord gevoegd en is vertrokken, aldus Zorgpunt. Na dit incident zijn er volgens Zorgpunt nog een aantal zaken uit het verleden aan het licht gekomen waaruit het disfunctioneren van werknemer mede blijkt. Voor Zorgpunt redenen genoeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken. Zorgpunt heeft aangegeven dat zij geen vertrouwen meer in werknemer heeft en dat een verdere samenwerking tussen de directeur en werknemer niet meer mogelijk is.
Werknemer
Werknemer is het niet eens met de door de werkgever aangevoerde argumenten. Werknemer beroept zich er op dat het verzoek verband houdt met het opzegverbod bij ziekte, aangezien hij zich op 24 januari 2011 heeft ziek gemeld. Ook voerde werknemer inhoudelijk verweer op de verwijten die werkgever hem maakte. Verder deelt werknemer de mening van Zorgpunt, dat een verdere samenwerking niet meer mogelijk is, niet. Werknemer is van mening dat er geen conflict tussen hem en de directeur is.
Kantonrechter
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer acht zich na zijn ziekmelding op 24 januari 2011 arbeidsongeschikt “wegens” of “ten gevolge van” ziekte. Werknemer is na deze datum door de bedrijfsarts weer arbeidsgeschikt verklaard. Echter, volgens de verzekeringsarts (second opinion via het UWV aangevraagd door werknemer) is werknemer arbeidsongeschikt. De arts verwijst hierbij naar het conflict en “de houding van de werkgever” die het oppakken van de werkzaamheden “niet mogelijk zouden maken”. Uit het deskundigenrapport blijkt echter niet dat de arbeidsongeschiktheid haar oorzaak vindt in ziekte. De kantonrechter vindt het daarom twijfelachtig of het opzeggingsverbod van artikel 7:670 lid 1 BW relevant is in dit geschil.
De kantonrechter oordeelt vervolgens dat er geen sprake is van enig verband tussen het ontbindingsverzoek en het feit dat werknemer zich ziek heeft gemeld. Daarom kan aan de reflexwerking van artikel 7:670 lid 1 BW voorbij worden gegaan. Deze reflexwerking houdt in dat het opzegverbod tijdens ziekte ook mee kan spelen in een ontbinding. Dit opzegverbod houdt in dat een werkgever de arbeidsovereenkomst van een werknemer (in beginsel) niet mag opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer ziek of arbeidsongeschikt is voor de duur van twee jaren. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden nu een verdere samenwerking tussen partijen niet meer aan de orde is.
De kantonrechter voegt hier nog aan toe dat zowel werknemer als werkgever een verwijt kan worden gemaakt dat een verdere samenwerking niet meer aan de orde is. Zo heeft de directeur van Zorgpunt geen moeite gedaan om het conflict op te lossen. Dit geldt ook voor de raad van commissarissen bij Zorgpunt. De directeur had op 24 januari 2011 met werknemer in overleg moeten treden om alsnog te trachten om tot een werkbare situatie te komen. Dit heeft hij niet gedaan. Ook heeft de directeur olie op het vuur gegooid door het standpunt in te nemen dat werknemer op 24 januari 2011 zelf ontslag had genomen. Ook zijn er door Zorgpunt verwijten aangedragen die mogelijk zien op de periode dat werknemer nog ZZP-er was. Er is niet vast komen te staan dat werknemer daar voor verantwoordelijk was. De kantonrechter kent daarom een vergoeding toe aan de werknemer ten bedrage van EUR 4.000,– bruto.
mr. Laura Tricomi, Van Diepen Van der Kroef Advocaten