In de zaak die op 23 maart 2011 speelde voor de Kantonrechter te Breda, oordeelde de kantonrechter over de vraag of werkgever gerechtigd is de studiekosten van een werknemer – die zijn arbeidsovereenkomst had opgezegd – terug te vorderen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werknemer was sinds 1 juli 1996 in dienst bij werkgever en heeft de arbeidsovereenkomst medio 2010 opgezegd. Op het moment dat werknemer de arbeidsovereenkomst beëindigde, volgde hij een door zijn werkgever gefinancierde studie. In mei 2006 hadden werknemer en werkgever hiervoor een overeenkomst inzake studiekostenvergoeding gesloten. Volgens de overeenkomst zou werkgever voor werknemer een vergoeding van € 7.750,– aan studiekosten betalen voor een opleiding Master of Strategie Management aan de Hogeschool Breda. In de overeenkomst is bepaald dat werknemer voornoemd bedrag onder andere dient terug te betalen in het geval werknemer de studie tussentijds beëindigde (tenzij de werkgever van oordeel was dat voortzetting redelijkerwijs niet van hem kon worden verlangd) en indien het dienstverband op verzoek van werknemer voor het einde van de studie werd beëindigd. Werknemer weigerde dit bedrag aan werkgever te betalen, waarna werkgever een procedure is gestart waarbij zij terugbetaling van de studiekosten vordert.
Standpunt werknemer
Werknemer stelt zich op het standpunt dat een redelijke uitleg van de tekst van het studiebeding meebrengt dat de afronding van de opleiding ruim moet worden uitgelegd en dat afronding van een gedeelte van de opleiding moet worden meegewogen, zodat werknemer nog maar 25 % van de kosten dient terug te betalen. Daarnaast stelt werknemer zich op het standpunt dat hij overuren heeft gemaakt en dat de studiekosten moeten worden beschouwd als een compensatie voor deze overuren. Tevens stelt werknemer zich op het standpunt dat werkgever hem onvoldoende heeft begeleid na een eerdere burn-out en dat uit een doktersadvies zou blijken dat voortzetting van de studie redelijkerwijs niet van hem kon worden verlangd en dat hij op dringend advies van de dokter zijn studie voortijdig diende te beëindigen (wegens een dreiging van een tweede burn-out). Tenslotte voert werknemer aan dat voor terugbetaling van de studiekosten een zogenaamde “glijdende schaal” ontbreekt.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat werknemer het studiekostenbeding heeft overtreden en dat dit met zich meebrengt dat werkgever in beginsel gerechtigd is de studiekosten terug te vorderen. Wegens gebrek aan nadere onderbouwing, verwerpt de kantonrechter de stellingen van werknemer dat de studiekosten gecompenseerd dienen te worden met zijn overuren. Daarnaast verwerpt de kantonrechter ook de stellingen dat werknemer onvoldoende door zijn werkgever zou zijn begeleid en dat uit het doktersadvies blijkt dat voortzetting van zijn studie redelijkerwijs niet van hem kon worden verlangd. De kantonrechter oordeelt dat werknemer voldoende tijd en gelegenheid heeft gehad om zijn studie af te ronden.
De werkgever is volgens de kantonrechter niet gerechtigd de studiekosten terug te vorderen in het geval de redelijkheid en billijkheid en het goed werkgeverschap de vordering in de weg staan. Daarvan is volgens de kantonrechter sprake wanneer terugbetaling van de gehele studiekosten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De kantonrechter is hierbij terughoudend in haar beoordeling. Wat betreft het standpunt van werknemer dat een “glijdende schaal” ontbreekt, oordeelt de kantonrechter dat deze stelling alleen doel treft voor zover werknemer hiermee bedoelt dat aan terugbetaling van de studiekosten in de weg kan staan dat werkgever tijdens het dienstverband geacht wordt baat te hebben gehad van de door de werknemer tijdens zijn studie opgedane kennis en vaardigheden. Naar het oordeel van de kantonrechter is werkgever er inderdaad gebaat bij geweest dat werknemer tijdens het dienstverband een studie heeft gevolgd. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid oordeelt de kantonrechter dan ook dat de bepalingen van de studieovereenkomst onaanvaardbaar zijn voor zover de bepalingen leiden tot terugvordering van de studiekosten van meer dan tweederde (2/3) deel. Werknemer dient derhalve tweederde deel van de studiekosten aan werkgever terug te betalen.
mr. Mieke Dijkman, Van Diepen Van der Kroef Advocaten