Beroeps- of bedrijfskleding is een bekend fenomeen maar kan je nu eigenlijk als werkgever het dragen van beroeps- of bedrijfskleding verplicht stellen? En wat als een werknemer de kleding weigert te dragen?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het is in Nederland en ook daarbuiten niet ongebruikelijk dat door sommige werkgevers voorschriften worden gehanteerd met betrekking tot het dragen van beroeps- of bedrijfskleding. Het “recht” om kledingvoorschriften uit te vaardigen, valt onder de instructiebevoegdheid van de werkgever. Deze bevoegdheid heeft de werkgever op grond van de wet.
De bevoegdheid van de werkgever om voorschriften uit te vaardigen over het uiterlijk en de kleding van de werknemer is niet onbeperkt. De werknemer is alleen verplicht zich te houden aan de voorschriften die vallen binnen het bereik van de arbeidsovereenkomst. Over hoe een werknemer zich privé kleedt, heeft de werkgever in beginsel geen zeggenschap. Aan de andere kant zijn er situaties denkbaar waarin het uiterlijk van de werknemer in privétijd ook zijn weerslag heeft op de arbeidsovereenkomst.
Op grond van de redelijkheid en de billijkheid zal een belangenafweging moeten plaatsvinden waarbij het belang van de werknemer, zoals de persoonlijke levenssfeer, wordt afgezet tegen het belang van de werkgever.
Een bekende uitspraak betreft een stewardess van KLM die kort gemillimeterd haar heeft en een tatoeage op haar hand. KLM heeft meerdere malen aangegeven dat de stewardess door haar uiterlijk de bij KLM geldende kledingvoorschriften overtreedt. De regels van KLM bepalen onder meer dat een extravagante haardracht bij het dragen van het uniform niet is toegestaan en dat tatoeages en piercings niet zichtbaar mogen zijn. KLM streeft met de kleding en verzorg-voorschriften na dat het cabinepersoneel een uniforme, zakelijke, professionele en betrouwbare uitstraling heeft. Aangezien de stewardess ondanks de waarschuwingen haar uiterlijk niet aanpast, verzoekt KLM uiteindelijk de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
De werkgever is in beginsel gerechtigd voorschriften te geven met betrekking tot de uiterlijke verzorging van het personeel en de tijdens het werk te dragen kleding. Deze bevoegdheid is aan de grenzen van de redelijkheid en de billijkheid gebonden. De beoordeling hiervan geschiedt volgens de rechtbank aan de hand van alle omstandigheden van het geval zoals de (1) aard van het bedrijf, (2) functie van de werknemer, (3) de vraag of de gestelde eisen noodzakelijk zijn voor een deugdelijke uitoefening van de functie, (4) de plaats van vestiging, (5) de klantenkring en (6) de maatschappelijke opvattingen.
Bovendien wordt het instructierecht ook begrensd door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Grondwet. De Rechter constateert wat dit laatste betreft dat de stewardess het korte haar en de tatoeages niet baseert op godsdienstige opvattingen.
Gelet op het belang van KLM bij de naleving van de voorschriften (de uniforme, zakelijke en professionele uitstraling), acht de kantonrechter in dit geval de inbreuk op de vrijheid van de werknemer om zelf voor een uiterlijk te kiezen aanvaardbaar. De rechter overweegt daarbij dat wie kiest voor het beroep van stewardess, aanvaart ook dat tijdens het werk een uniform moet worden gedragen en er strenge regels aan uit uiterlijk worden gesteld’. Dit is in de branche gebruikelijk. De kantonrechter kent het verzoek van KLM toe en ontbindt de arbeidsovereenkomst.
Bovenstaande uitspraak is slechts een kleine greep uit de voorbeelden die er zijn in de jurisprudentie. Als de werkgever kan aantonen dat de bedrijfskleding onderdeel uitmaakt van de marktstrategie van de werkgever of vanwege de veiligheid of uit hygiënisch oogpunt is vereist, dan wordt in beginsel een legitiem belang aan de zijde van de werkgever aanwezig geacht om de bedrijfskleding verplicht te stellen. Weigert de werknemer zonder goede en geldige reden de beroeps- of bedrijfskleding te dragen dan kan dit vergaande consequenties hebben. De arbeidsovereenkomst kan zelfs in het uiterste geval worden beëindigd. Dit kan echter niet zomaar. Eerst zal door de rechter een strenge belangenafweging worden gemaakt.
mr. Sophie Wierenga-Heintz, Kneppelhout & Advocaten