De Eerste Kamer oordeelde dinsdagmiddag 17 mei jl. over de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie (hierna: “de Evaluatiewet”). Bij aanname van dit wetsvoorstel zullen onder andere de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet op de rechterlijke indeling en het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering gewijzigd worden. Het doel van de Evaluatiewet is het bieden van meer mogelijkheden aan de rechtspraak om de eigen organisatie zodanig vorm te geven dat zo goed mogelijk wordt voldaan aan de eisen die vanuit de samenleving aan goede rechtspraak worden gesteld.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Inhoud wetsvoorstel
Volgens de Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie (Commissie-Deetman) bevindt de rechtspraak zich in een fase waarin meer flexibiliteit en ruimte nodig is om aan haar eigen verantwoordelijkheid beter inhoud te kunnen geven. Het wetsvoorstel sluit hierop aan. De Raad voor de rechtspraak wordt de bevoegdheid toegekend om te bepalen in welke plaatsen nevenvestigingen van een rechtbank of hof zijn gevestigd. Daarnaast strekt dit wetsvoorstel ertoe de regeling van het klachtrecht inzake gedragingen van rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast weer uitdrukkelijk op te nemen in de Wet op de rechterlijke organisatie. Het voorstel bevat tevens voorzieningen, die een ruimere toepassing van de (eenvoudige) kantonrechterprocedure beogen. Dit wordt bereikt door de grens, die nu ligt op € 5.000,– te verhogen naar € 25.000,–. Tevens worden meer zaken als “aardzaak” onder de competentie van de kantonrechter gebracht. In het wetsvoorstel worden het consumentenkrediet (tot € 40.000,–) en de consumentenkoop (ongelimiteerd) als aardzaken toegevoegd. Met deze maatregelen wordt de toegang tot het recht gediend, omdat het aantal zaken waarin de burger zonder verplichte inschakeling van een advocaat kan procederen wordt uitgebreid, aldus de minister. Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel vreesde een aantal Eerste Kamerleden evenwel dat met de verhoging van de competentiegrens de gelijkwaardigheid van partijen in het geding zou kunnen komen.
Gefaseerde invoering
Naar aanleiding van opmerkingen van Eerste Kamerleden heeft de Minister van Veiligheid en Justitie bij brief van 16 mei 2011 toegezegd dat diverse onderdelen van de wet niet eerder in werking zullen treden dan nadat een ander wetsvoorstel, het wetsvoorstel inzake de Wet herziening gerechtelijke kaart (thans in behandeling bij de Tweede Kamer), is aangenomen en in het Staatsblad wordt geplaatst. Verder gaf de minister aan dat bij behandeling van dat wetsvoorstel tot herziening van de gerechtelijke kaart, een aantal bepalingen uit de Evaluatiewet uitdrukkelijk opnieuw op zijn merites zal worden beoordeeld. Het voorgaande geldt onder andere voor de opheffing van de verplichting om bij de rechtbanken een sector kanton te hebben, het nieuwe nevenlocatiestelsel, waaronder de bevoegdheid van de Raad voor de rechtspraak om nevenlocaties aan te wijzen of te sluiten en bepalingen inzake het opdragen van taken op het gebied van organisatie en bedrijfsvoering.
Conclusie
Op 17 mei 2011 hakte de Eerste Kamer de knoop door omtrent de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het wetsvoorstel werd na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen. De wet treedt gefaseerd in werking, één dag na publicatie in het Staatsblad. Een aantal onderdelen van de Evaluatiewet wordt van inwerkingtreding uitgezonderd.
Op korte termijn zal de kantonrechter gaan kennisnemen van geschillen omtrent het consumentenkrediet tot € 40.000,–, de consumentenkoop, overige geschillen met een financieel belang tot € 25.000,– en zal de regeling van het klachtrecht in de Wet op de rechtelijke organisatie worden opgenomen. De beoogde inwerkingtreding van deze onderdelen van de Evaluatiewet is 1 juli 2011. Wij houden u op de hoogte.
mr. Ilse de Groot, Van Benthem & Keulen N.V.