Normaliter geldt: hoe langer het dienstverband hoe hoger een ontbindingsvergoeding zal uitvallen. De kantonrechtersformule houdt immers rekening met het aantal dienstjaren dat een werknemer in dienst is geweest bij een werkgever. Onlangs deed een kantonrechter in Haarlem een uitspraak waarin hij van de kantonrechtersformule afweek en ondanks het korte dienstverband (minder dan een jaar) toch een zeer hoge vergoeding toekende.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werknemer (46 jaar) trad in mei 2010 bij werkgever in dienst als marketing manager tegen een salaris van € 9.375,– bruto per maand. Werknemer heeft ten behoeve van een beoordelingsgesprek in december 2010 een formulier ingevuld en zijn eigen functioneren beoordeeld als goed. Werkgever heeft daarna op 16 februari 2011 met werknemer een gesprek over het functioneren van werknemer gevoerd en hem geconfronteerd met klachten van collega’s over zijn functioneren. Werknemer gaf aan dat de kritiek voor hem volkomen onverwachts kwam en herkende zich niet in de klachten. Na het gesprek hervatte werknemer op de gebruikelijke wijze zijn werkzaamheden. Op 1 maart 2011 heeft werkgever werknemer telefonisch bericht dat hij per direct vrijgesteld is van werkzaamheden. Vervolgens verzoekt werkgever enkele weken daarna, op 22 maart 2011, ontbinding van de arbeidovereenkomst wegens disfunctioneren. Het functioneren van werknemer zou ver onder de maat zijn. Met name de manier waarop werknemer zich profileert en omgaat met collega’s en klanten is voor werkgever onacceptabel.
Werknemer kan zich niet vinden in de onderbouwing van werkgever. Hij heeft altijd goed gefunctioneerd, en voor zover dat niet zo zou zijn, is dat nooit met hem besproken. Hij heeft geen gelegenheid gehad zijn functioneren te verbeteren. Hij vordert, indien de kantonrechter tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over zal gaan, een vergoeding van € 129.375,–, advocaatkosten van € 8.000,– en een vergoeding voor het afkopen van door hem in privé voor het werk afgesloten contracten voor telefoon en I-pad.
Kantonrechter
De kantonrecht oordeelt dat hij de arbeidsovereenkomst zal ontbinden nu beide partijen een verdere samenwerking niet zien zitten. Verder oordeelt de kantonrechter dat werkgever een verwijt in deze valt te maken. Werkgever is na het eenmalig uiten van kritiek direct overgegaan tot het indienen van het ontbindingsverzoek. Werkgever had werknemer de mogelijkheid moeten bieden om zijn functioneren te verbeteren. Dat werknemer zich niet herkende in de kritiek houdt volgens de kantonrechter nog niet in dat werknemer niet bereid of in staat zou zijn, zijn functioneren en manier van optreden te wijzigen. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding om af te wijken van de kantonrechtersformule nu deze gelet op de duur van het dienstverband (korter dan een jaar) zou leiden tot een onredelijke uitkomst. De kantonrechter geeft hierbij aan dat werknemer ermee wordt geconfronteerd dat hij aan toekomstige potentiële werkgevers zal moeten uitleggen waarom het dienstverband maar een jaar heeft geduurd. Ook is er in de arbeidsovereenkomst van werknemer een concurrentiebeding opgenomen dat, gezien de ervaring en capaciteiten van werknemer het niet ondoenlijk maakt om een andere passende functie te vinden, maar werknemer wel in enige mate zal beperken bij het zoeken naar ander werk. Ook heeft werknemer ten behoeve van het werk op zijn naam contracten afgesloten voor blackberry en I-pad. Deze contracten zijn voor hem privé onnodig en te duur. Mede op basis van voorgaande omstandigheden wijst de kantonrechter aan werknemer een vergoeding van € 75.000,– bruto toe.
mr. Mieke Dijkman, Van Diepen Van der Kroef Advocaten