De Hoge Raad oordeelt dat in beginsel een vereniging of stichting die op grond van artikel 70 van de Woningwet is toegelaten als instelling die uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam is, het algemeen nut beoogt. Het algemeen belang wordt door de werkzaamheden van een dergelijke instelling in minstens gelijke mate gediend als een particulier belang.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het gaat in deze zaak om een woningcorporatie die is toegelaten als instelling op grond van artikel 70 van de Woningwet. Zij heeft volgens haar statuten als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van volkshuisvesting en heeft zich in 2004 (nagenoeg) geheel bezig gehouden met de verhuur van woningen in de sociale sector. Haar voorheen zelf geëxploiteerde commerciële activiteiten heeft zij ingebracht in een vennootschap waarvan zij (indirect) alle aandelen houdt. Beide zijn op 29 december 2004 schriftelijk overeengekomen dat deze vennootschap haar winst over 2004 zal uitkeren aan de woningcorporatie.
In deze zaak is onder meer aan de orde of voldaan is aan de voorwaarden van artikel 9 (lid 1, aanhef en letter i) van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (tekst 2004), zodat deze vennootschap hier moet worden aangemerkt als fondswerver die haar winstuitkering in aftrek kan brengen. Eén van de voorwaarden van de genoemde bepaling houdt in dat de ontvanger van de gelden (hier de woningcorporatie) een algemeen nut beogende instelling (anbi) is.
Procedure bij hof en Hoge Raad
Het hof Leeuwarden heeft op 9 juli 2010 (LJN BN0786) het oordeel van de rechtbank bevestigd dat de betreffende woningcorporatie geen anbi is, onder meer omdat volgens het hof de sociale woningverhuur een werkzaamheid is waarmee primair het particuliere en individuele belang van de desbetreffende huurders wordt gediend en deze verhuur geen werkzaamheid is die op zichzelf rechtstreeks het algemeen belang dient.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep gegrond verklaard. Om te kunnen worden aangemerkt als anbi is in de eerste plaats vereist dat de desbetreffende instelling het algemeen nut beoogt. Aan dit vereiste is voldaan indien de werkzaamheden van de instelling rechtstreeks enig algemeen belang dienen. Volgens de Hoge Raad mag van een vereniging of stichting die op de voet van artikel 70 van de Woningwet is toegelaten als instelling die uitsluitend in het belang van de volkshuisvestiging werkzaam is, in het algemeen worden aangenomen dat haar werkzaamheden met deze toelating in overeenstemming zijn. Dergelijke werkzaamheden zijn rechtstreeks gericht op het dienen van het algemene belang van voldoende en goede woongelegenheid in de sociale huursector. Een uitzondering hierop kan slechts worden aangenomen als de belastinginspecteur aannemelijk kan maken dat de werkzaamheden van de woningcorporatie het belang van de volkshuisvestiging in de sociale-huursector níet dienen. Dit blijkt niet uit de uitspraak van het hof en uit de processtukken.
Verder moet het algemeen belang door de werkzaamheden van de desbetreffende instelling in minstens gelijke mate wordt gediend als een particulier belang. Dat is volgens de Hoge Raad in beginsel het geval omdat de werkzaamheden van deze woningcorporatie onlosmakelijk zijn verbonden met haar doelstelling enig algemeen belang te dienen. Dat daarmee tevens het particulier belang van de individuele huurders wordt gediend, doet daaraan volgens de Hoge Raad niet af. De Hoge Raad komt hier tot de slotsom dat deze woningcorporatie in 2004 een anbi was.
Gevolgen uitspraak
De zaak wordt door de Hoge Raad verwezen naar een ander hof dat het geschil verder moet beoordelen.