De Hoge Raad heeft beslist dat geen overdrachtsbelasting is verschuldigd als de ene sociale woningbouwcorporatie onroerende zaken overdraagt aan de andere. In de onderhavige procedure kwalificeerden beide instellingen als een ‘toegelaten instelling in de zin van de Woningwet’.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Volgens een ministerieel besluit uit 1988 (het kwijtscheldingsbesluit) is geen overdrachtsbelasting verschuldigd als: (1) een instelling met haar werkzaamheden het algemeen nut beoogt en (2) dat het algemeen belang door de werkzaamheden van de instelling in minstens gelijke mate worden gediend als een particulier belang. Met een status als ‘toegelaten instelling’ voldoet zo’n instelling in beginsel aan beide voorwaarden. De Hoge Raad verwees hiervoor naar zijn arrest van 13 januari 2012. Hof Leeuwarden had echter geen teruggave van overdrachtsbelasting over de overgedragen onroerende zaken verleend, omdat niet aan de tweede voorwaarde zou zijn voldaan. Naar het oordeel van de Hoge Raad had het hof een onjuiste maatstaf aangelegd. De Hoge Raad heeft de procedure naar Hof Amsterdam voor verdere behandeling verwezen, omdat het hof bij zijn uitspraak niet meer aan de vraag was toegekomen of aan de overige voorwaarden van de kwijtscheldingsresolutie was voldaan. In de afwijzende uitspraak van het hof behoefde die vraag namelijk geen beantwoording meer.
Volgens een bepaald ministerieel besluit uit 1988 (het kwijtscheldingsbesluit) komen in het algemeen belang werkzame instellingen onder voorwaarden in aanmerking voor een tegemoetkoming (kwijtschelding) van overdrachtsbelasting bij fusie, reorganisatie en wijziging van rechtsvorm. Hetzelfde geldt -onder iets afwijkende voorwaarden- bij de onderbrenging van een deel van een taak van zo’n instelling bij een andere, soortgelijke instelling als de op de overgedragen taak betrekking hebbende activa en passiva worden overgedragen aan die andere instelling.
De Hoge Raad heeft onlangs arrest gewezen over de vraag of het kwijtscheldingsbesluit ook van toepassing is ingeval de ene sociale woningbouwcorporatie onroerende zaken overdraagt aan de andere. De procedure had betrekking op de overdracht in 2005 van een vastgoedportefeuille bestaande uit 11 complexen van aan senioren verhuurde ouderenwoningen en twee aan zorgstichtingen verhuurde verzorgingshuizen.
In de onderhavige procedure kwalificeerden beide instellingen als een ‘toegelaten instelling in de zin van de Woningwet’. Volgens de voorwaarden uit eerdergenoemde kwijtscheldingsbesluit is geen overdrachtsbelasting verschuldigd als: (1) een instelling met haar werkzaamheden het algemeen nut beoogt en (2) dat het algemeen belang door de werkzaamheden van de instelling in minstens gelijke mate worden gediend als een particulier belang. De verkrijgende sociale woningbouwcorporatie deed een beroep op het kwijtscheldingsbesluit maar de inspecteur wees dat af. Ook Hof Leeuwarden had teruggave van overdrachtsbelasting over de overgedragen onroerende zaken geweigerd, omdat niet aan de tweede voorwaarde zou zijn voldaan.
Naar het oordeel van de Hoge Raad had het hof echter een onjuiste maatstaf aangelegd.
Met een status als ‘toegelaten instelling’ voldoet zo’n instelling in beginsel aan beide voorwaarden. De Hoge Raad verwees hiervoor naar zijn arrest van 13 januari 2012.
De Hoge Raad heeft de procedure naar Hof Amsterdam voor verdere behandeling verwezen omdat het hof bij zijn uitspraak niet meer aan de vraag was toegekomen of aan de overige voorwaarden van het kwijtscheldingsbesluit was voldaan. In de afwijzende uitspraak van het hof behoefde die vraag namelijk geen beantwoording meer.