Op 27 september 2009 is werknemer voor één jaar in dienst getreden bij werkgever. Op 28 augustus 2010 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen schriftelijk verlengd voor de duur van één jaar. Werknemer heeft vervolgens halverwege augustus 2011 een ongetekend schriftelijk aanbod tot verlenging van zijn arbeidsovereenkomst op zijn bureau aangetroffen. Wederom voor één jaar tot 27 september 2012. Werknemer heeft deze arbeidsovereenkomst op 23 augustus 2011 ondertekend en aan werkgever gegeven.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Werknemer heeft zich op 19 september 2011 ziek gemeld in verband met burn-out klachten. Kort daarna, op 22 september 2011, heeft werkgever aan werknemer bericht dat de huidige arbeidsovereenkomst per 27 september 2011 niet zal worden verlengd. Werknemer heeft de werkgever laten weten daarmee niet akkoord te gaan en heeft zich beroepen op de vernietigbaarheid van het ontslag. Werknemer stelt dat er tussen partijen op 23 augustus 2011 een overeenkomst tot stand is gekomen waarin de arbeidsovereenkomst is verlengd tot 27 september 2012. Werkgever heeft hem immers een schriftelijk aanbod gedaan welke door werknemer door ondertekening daarvan is aanvaard. Werknemer mocht er op vertrouwen dat er tussen partijen overeenstemming was bereikt over de verlenging van de arbeidsovereenkomst. Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig beëindigd. Werknemer meent dat werkgever daarom zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst dient na te komen.
Werknemer spant een kort geding procedure aan tegen de werkgever waarin hij betaling vordert van zijn loon tot aan de datum waarop zijn arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt (volgens werknemer tot 27 september 2012). Ook vordert werknemer wedertewerkstelling bij werkgever.
Werkgever
Werkgever stelt zich op het standpunt dat er geen nieuwe arbeidsovereenkomst tussen partijen is gesloten. Aan werknemer is geen rechtsgeldig aanbod gedaan, omdat de arbeidsovereenkomst niet was ondertekend door een bevoegd persoon. Werkgever stelt dat er sprake is van een miscommunicatie. Normaliter wordt, wanneer een arbeidsovereenkomst bijna eindigt, door de loonadministratie een nieuwe arbeidsovereenkomst uitgeprint waarna deze aan de leidinggevende wordt voorgelegd en door hem wordt ondertekend. De ondertekende versie wordt pas daarna aan de werknemer aangeboden. Deze keer is het per ongeluk direct bij de werknemer terecht gekomen hetgeen niet de bedoeling was. Werknemer heeft wel getekend, maar werkgever stelt daar zelf niet mee akkoord te zijn gegaan. De verantwoordelijke persoon heeft de arbeidsovereenkomst namelijk niet ondertekend. De arbeidsovereenkomst van werknemer is van rechtswege geëindigd per 27 september 2011.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt als volgt. Medio augustus 2011 heeft werknemer de verlengingsovereenkomst op zijn bureau aangetroffen. De arbeidsovereenkomst was identiek aan die van dat jaar ervoor. Werkgever heeft dit ook erkend, maar stelt dat de arbeidsovereenkomst in 2010 ondertekend was door een leidinggevende en dit bij de arbeidsovereenkomst van 2011 niet het geval was. De aan werknemer verstrekte arbeidsovereenkomst zou berusten op een misverstand. De kantonrechter gaat hierin niet mee en oordeelt dat werkgever heeft nagelaten om op enig moment het door haar gestelde misverstand te herstellen. Het had op de weg van werkgever gelegen om werknemer direct na ontvangst van de getekende versie op de hoogte te stellen van het misverstand. Dat heeft de werkgever niet gedaan. Zelfs toen werknemer na ondertekening van de arbeidsovereenkomst op 23 augustus 2011 op kantoor kwam is hem door werkgever niets medegedeeld. Werknemer mocht er daarom op vertrouwen dat hem een aanbod was gedaan dat hij heeft aanvaard.
De kantonrechter wijst de gehele vordering van werknemer toe.
mr. Mattia Savenije, Van Diepen Van der Kroef Advocaten