Op 1 februari 2012 oordeelde de Rechtbank Amsterdam dat er sprake was van misbruik van omstandigheden door een landelijk bekend warenhuis. Het warenhuis had namelijk een werkneemster een schuldbekentenis laten ondertekenen waarin zij niet alleen een diefstal van goederen bekende maar ook erkende een schadevergoeding van
€ 115.500,– aan werkgever schuldig te zijn.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werkneemster is op 20 oktober 2008 in dienst getreden bij het warenhuis als verkoopster in de winkel van het warenhuis in Amstelveen. In september 2010 heeft het warenhuis een onderzoek naar werkneemster gestart omdat zij werd verdacht van diefstal. Daartoe zijn onder meer camera’s geplaatst in twee magazijnen in de vestiging in Amstelveen.
Op 21 oktober 2010 heeft het warenhuis werkneemster geconfronteerd met het feit dat zij goederen had gestolen. Er heeft een gesprek plaatsgevonden waar werkneemster, de bedrijfsleider en iemand van de bedrijfsrecherche aanwezig waren. Tijdens dit gesprek heeft werkneemster de diefstal bekend en heeft men aan de hand van verklaringen van werkneemster berekend voor welk bedrag zij goederen had weggenomen. Dit bedrag werd vastgesteld op € 115.500,–. Het gesprek heeft 15 minuten geduurd. Daarna is het gesprek weergegeven in een verslag en hebben partijen het verslag ondertekend.
In het ondertekende verslag (hierna: de schuldbekentenis) staat onder andere dat werkneemster voor een periode van tenminste een jaar tenminste 3 of 4 tassen vol met goederen twee keer per week aan kennissen heeft weggegeven. Voorts staat er in de schuldbekentenis dat werkneemster bereid is het totale schadebedrag ad € 115.500,– aan het warenhuis terug te betalen.
Het warenhuis heeft werkneemster met onmiddellijke ingang geschorst en aangifte bij de politie gedaan. Op enig moment heeft het warenhuis werkneemster op staande voet ontslagen. Het warenhuis heeft vervolgens meerdere malen getracht het bedrag ad € 115.500,– te innen. Op 28 januari 2011 heeft de advocaat van werkneemster de schuldbekentenis schriftelijk vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden.
Vordering van het warenhuis en verweer werkneemster
Het warenhuis vorderde veroordeling van werkneemster tot betaling ad € 115.500,– te vermeerderen met rente en kosten. Werkneemster was van mening dat er geen sprake was van wilsovereenstemming ten aanzien van de schuldbekentenis. Daarnaast was zij van mening dat er sprake was van misbruik van omstandigheden.
Beoordeling rechtbank
De rechtbank oordeelde als volgt. Het verweer dat (het warenhuis had moeten begrijpen dat) werkneemster de schuldbekentenis niet daadwerkelijk wilde ondertekenen en dat dus geen sprake was van wilsovereenstemming ging niet op. Door de ondertekening van de schuldbekentenis (die ook op alle pagina’s door werkneemster is geparafeerd en waarin zij het verschuldigde bedrag bovendien in cijfers en letters zelf heeft opgeschreven) mocht het warenhuis aannemen dat zij met de gehele inhoud van de schuldbekentenis instemde.
De rechtbank was verder van oordeel dat van misbruik van omstandigheden kan worden gesproken indien het warenhuis wist of had moeten begrijpen dat werkneemster door bijzondere omstandigheden bewogen werd tot het instemmen met het in de schuldbekentenis opgenomen bedrag van € 115.500,– en zij de instemming van werkneemster bevorderde terwijl hetgeen zij wist of had moeten begrijpen haar daarvan had behoren te weerhouden.
Hier had de rechtbank meegenomen dat een werkgever een overwichtpositie heeft ten opzichte van de werknemer. Dit gold des te meer, nu werkneemster in het gesprek alleen was terwijl aan de zijde van het warenhuis twee heren aanwezig waren die in hiërarchie hoger stonden dan werkneemster. Bovendien bevond werkneemster zich in het gesprek in een benarde positie omdat zij werd geconfronteerd met het feit dat de door haar gepleegde diefstal was ontdekt. Dat het warenhuis haar in dat gesprek een schuldbekentenis heeft laten tekenen voor wat betreft de door haar gepleegde diefstal, kan het warenhuis niet worden verweten maar het warenhuis kan wel worden aangerekend dat zij haar tevens een schuldbekentenis heeft laten tekenen voor de door haar verschuldigde schadevergoeding. Door de wijze waarop de schuldbekentenis is opgesteld, heeft deze verstrekkende gevolgen voor werkneemster. Het is immers een schuldbekentenis in de zin van artikel 158 lid 1 RV waaraan dwingende bewijskracht toekomt. Het had dan ook op de weg gelegen van het warenhuis om werkneemster te informeren over de juridische gevolgen van het ondertekenen van deze schuldbekentenis. Voorts kon worden aangenomen dat werkneemster een voor haar nadelige beslissing heeft genomen, die zij bij een voor een dergelijke beslissing normaal te achten voorbereiding (waaronder het inwinnen van juridisch advies) niet zou hebben genomen. Tot slot was het volstrekt onduidelijk of het warenhuis door de diefstal van werkneemster daadwerkelijk voor een bedrag ad € 115.500,– schade had geleden. Het warenhuis had moeten begrijpen dat werkneemster niet zou hebben ingestemd met het schadebedrag wanneer zij de tijd had gekregen zich te beraden en advies in te winnen. Er was dan ook sprake van misbruik van omstandigheden aan de zijde van het warenhuis. De schuldbetekenis was terecht vernietigd en de vordering van het warenhuis werd afgewezen.
Conclusie
Voordat je als werkgever een werknemer een schuldbekentenis laat ondertekenen, is het aan te raden om driemaal nadenken wat je precies in de schuldbekentenis laat opnemen. Daarnaast is het vooral belangrijk om de werknemer goed voorlichten over wat de consequenties van de schuldbekentenis kunnen zijn.
mr. Mattia Savenije, Van Diepen Van der Kroef Advocaten