Het hof heeft de gemeente Winsum in een kort geding bevolen om de zogenoemde Sennemalocatie (het Boogplein) aan een projectontwikkelaar te leveren. De gemeente had zich daartoe eind 2006 al verplicht. Hoewel daarna het bestemmingsplan in werking was getreden, heeft de gemeente zich in juni 2010 op het standpunt gesteld dat de overeenkomst met de projectontwikkelaar nietig was. Het hof heeft dat verweer in deze procedure verworpen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Een van de argumenten van de gemeente was, dat de overeenkomst elementen van verboden staatssteun bevat. Om die reden had de overeenkomst bij de Europese Commissie moeten worden aangemeld. Dat was niet gebeurd.
Het hof nam wel aan dat sprake was van verboden staatssteun, maar niet dat de overeenkomst daardoor nietig was. Daarvoor had de gemeente ook moeten aanvoeren dat als gevolg van eventuele begunstiging van de projectondernemer het handelsverkeer tussen de lidstaten van de EU ongunstig is beïnvloed en dat de mededeling wordt vervalst of dreigt te worden vervalst. Omdat de gemeente daarover niets had gezegd, was er ook geen reden om aan te nemen dat de overeenkomst nietig was en is de gemeente veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst.