Ingevolge artikel 8:21, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden natuurlijke personen, onbekwaam om in rechte te staan, in het geding vertegenwoordigd door hun vertegenwoordigers naar burgerlijk recht. Deze personen kunnen in afwijking hiervan zelf in het geding optreden, indien zij tot redelijke waardering van hun belangen in staat kunnen worden geacht. Ingevolge het derde lid kan de rechtbank, indien geen wettelijk vertegenwoordiger aanwezig is of deze niet beschikbaar is en de zaak spoedeisend is, een voorlopige vertegenwoordiger benoemen. De benoeming vervalt zodra de wettelijke vertegenwoordiger aanwezig is of de wettelijke vertegenwoordiger weer beschikbaar is.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Appellant was ten tijde van het instellen van dit hoger beroep ruim vijftien jaar oud en dus minderjarig. Daarom was hij onbekwaam om in rechte te staan. Hij kan niet geacht worden in staat te zijn tot een redelijke waardering van zijn belangen in het onderhavige geschil. Dit wordt niet anders door de toelichting van zijn advocaat ter zitting dat appellant zelfstandig de weg naar zijn kantoor gevonden heeft. Het uiteindelijke belang van appellant betreft immers de verlening van bijstand en op degene die aanspraak maakt op bijstand of aan wie bijstand is verleend rusten tal van verplichtingen. Appellant kan niet in staat worden geacht de rechten en verplichtingen op grond van de WWB in voldoende mate te kunnen overzien.
Het is niet in strijd met bepalingen van het EVRM dat een minderjarige die niet tot een redelijke waardering van zijn belangen in staat is, niet zelfstandig in beroep of hoger beroep kan opkomen tegen een besluit omtrent bijstand. Immers, in de situatie waarin een minderjarige acuut behoefte heeft aan toegang tot de bestuursrechter, bijvoorbeeld in een geding omtrent voorziening in levensonderhoud en geen wettelijke vertegenwoordiger aanwezig of beschikbaar is om hem daarin te vertegenwoordigen, staat hem de mogelijkheid open om een voorlopige wettelijke vertegenwoordiger te doen benoemen door die bestuursrechter op grond van de hiervoor genoemde bepaling.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht en het ambtenarenrecht.
Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.