Een ontbindingsverzoek op grond van bedrijfeconomische wordt afgewezen bij gebrek aan het overleggen van een saneringsplan en het advies van de ondernemingsraad door werkgever. Ook heeft werkgever niet voldoende aangetoond dat werknemer een unieke functie heeft waardoor het afspiegelingsbeginsel niet van toepassing zou zijn.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werkneemster werkt sinds 1995 voor werkgever als commercieel medewerkster voor 16 uur per week. Werkgever, een grote voetbalclub, dient in verband met de verslechtering van de financiële omstandigheden van het bedrijf een aantal werknemers, waaronder werkneemster, te ontslaan. Over de te treffen maatregelen heeft werkgever met de ondernemingsraad gesproken, die hierop positief heeft geadviseerd onder de voorwaarde dat er een sociaal plan komt. Werkgever heeft tijdens een bijeenkomst het personeel van de plannen op de hoogte gesteld en een gesprek gevoerd met de werknemers waarvan de baan zou komen te vervallen. Werkgever heeft ook met werkneemster gesproken en haar een aanbod gedaan (waarbij de vergoeding neerkomt op de kantonrechtersformule met c= 0.7). Werknemer heeft dit aanbod niet geaccepteerd. Werkgever verzoekt daarom om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst.
Werkgever
Werkgever stelt dat er sprake is van bedrijfseconomische gronden op basis waarvan de arbeidsovereenkomst met werkneemster dient te worden beëindigd. Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft werkgever over diverse jaren jaarrekeningen aan de rechter overgelegd waaruit naar voren zou komen dat er sprake is van een aanzienlijk verlies. Zo valt op te maken dat de omzet veel lager is dan de hoogte van de personeelkosten. Ook is het eigen vermogen onder druk komen te staan. De bank van werkgever heeft krediet verstrekt, maar alleen onder de toezegging van werkgever dat hij de personeelskosten zal terugdringen. Bovendien stop dit krediet op 1 september 2012. Werkgever voert nog aan dat hij de kosten van enkele voetbalspelers al met vijf miljoen euro teruggebracht. Echter, werkgever zou toch genoodzaakt zijn om de omvang van het aantal werknemers te laten afnemen. Hij heeft besloten dat de bezetting van de ondersteuning van de afdeling commerciële zaken in moet krimpen. De functie van werkneemster komt dan te vervallen en is bovendien een unieke functie waardoor het afspiegelingsbeginsel niet op haar van toepassing is. De functie van werkneemster heeft wel dezelfde benaming als die van haar collega’s, maar de werkzaamheden die zij uitvoert zijn anders. Zij heeft een beperkter takenpakket en hierdoor kan zij niet zomaar voor alle werkzaamheden worden ingezet. Ook ziet werkgever geen mogelijkheden tot herplaatsing.
Werkneemster
Werkneemster is van mening dat er onvoldoende redenen zijn voor haar ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen. Er zijn van 2007 tot en met 2010 verliezen gemaakt, maar het seizoen 2010/2011 is met een positief resultaat afgesloten. Aan de prognose van 2011/2012, die negatief is, mag geen waarde worden gehecht nu het om nog om een prognose gaat. Ook de verkoop van een voetbalspeler (voor 7 miljoen euro) zou een positief effect hebben op de financiële resultaten en tevens vallen er voor een aantal andere voetbalspelers ook loonkosten weg. Werkneemster voert verder nog aan dat er wel een nieuwe trainer is aangesteld en er gesproken wordt over ingrijpende verbouwingen hetgeen een forse kostenpost voor werkgever is. Ook stelt werkneemster dat zij geen unieke functie heeft. Haar functie is uitwisselbaar met die van haar collega’s. Verder voert zij ook de werkzaamheden uit waarvan werkgever zegt dat zij dat niet doet en vervangt zij haar collega’s in al hun werkzaamheden. Ter onderbouwing hiervan heeft werkneemster diverse stukken in de procedure ingebracht. Tot slot betwist werkneemster dat er voor haar geen herplaatsingsmogelijkheden zouden zijn.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat werkgever door middel van het overleggen van de jaarstukken en de daarbij behorende toelichting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een slechte bedrijfseconomische situatie en dat zij maatregelen moet treffen. Werkgever heeft echter niet voldoende duidelijk gemaakt dat het dienstverband met werkneemster dient te worden beëindigd. Werkgever stelt een saneringsplan te hebben opgemaakt waarover de ondernemingsraad positief zou hebben geadviseerd, maar werkgever heeft dit saneringsplan noch het advies van de ondernemingsraad in het geding gebracht. Gezien het standpunt van werkgever over de flinke besparing had van werkgever verwacht mogen worden dat hij deze stukken ter onderbouwing van zijn verzoek in het geding zou hebben gebracht.
Ook oordeelt de kantonrechter dat werkgever niet aannemelijk heeft weten te maken dat werkneemster een unieke functie bekleedt, waarbij haar functie niet uitwisselbaar zou zijn met die van haar collega’s. De functieprofielen van de werknemers zijn allemaal hetzelfde en bovendien krijgen zij ook op hetzelfde salarisniveau betaald. Dat werkneemster slechts een deel van de taken verricht en geen volwaardig commercieel medewerkster is, is door werkgever niet aannemelijk gemaakt en door werkneemster gemotiveerd betwist. Dat werkneemster moeite heeft met bepaalde taken uit haar takenpakket houdt niet in dat deze taken niet tot haar takenpakket behoren. De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek met werkneemster af.