De tijd waarin de Rechtspraak vanzelfsprekend gezaghebbend was, is voorbij. Alleen moedige, effectieve en creatieve rechtspraak die aansluiting zoekt bij de samenleving, verwerft gezag. Daarom worden aankomende rechters ook nadrukkelijker geselecteerd op maatschappelijke ervaring.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Dit zei minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) afgelopen vrijdag tijdens het debat ‘Tussen ivoren toren en stem des volks’ over de positie van de Nederlandse rechter. In de ivoren toren is geen plaats voor de rechter, die daar volgens Opstelten ook niet meer in zit. “De rechter krijgt training in een juiste omgang met slachtoffers, media en publiek. Zijn interactie met de burger bepaalt mede de waarde en het effect van zijn beslissingen en daarmee van de rechtspraak als geheel”, aldus minister Opstelten.
Het debat was onderdeel van de debattenreeks ‘Democratie in Debat’ en werd georganiseerd door ProDemos, perscentrum Nieuwspoort en het Montesquieu Instituut in Den Haag. Aan het debat namen deel Rosa Jansen (voormalig vicepresident van de Rechtbank Utrecht en huidig voorzitter van het College van Bestuur van het Studiecentrum Rechtspleging), Jan Loorbach (landelijk deken van de Nederlandse Orde van Advocaten) en Wouter Veraart, (hoogleraar Rechtsfilosofie aan de VU).
Luisteren
Verstandige rechters leven in het heden en luisteren naar hun omgeving en doen daar ook wat mee, aldus voorzitter van het opleidingsinstituut van de rechterlijke organisatie Rosa Jansen. “Je probeert op allerlei manieren contact te hebben met wat maatschappelijk leeft. Rechters leven niet in een ivoren toren. Ik lees ook weleens in de krant over een vonnis waarvan ik mij afvraag hoe de rechtbank daartoe kon komen, maar rechters doen niet zomaar wat. Er moet wel wettig en overtuigend bewijs zijn.”
Levensgevaarlijk
Hoogleraar Wouter Veraart waarschuwde er in zijn toespraak voor dat ‘in de samenleving staan’ niet mag betekenen dat rechters een populistische mentaliteit gaan navolgen. “Rechters moeten altijd aandacht hebben voor wat in de samenleving leeft, maar zij moeten niet meegaan met een populistische tijdgeest. Populistische rechtspraak is levensgevaarlijk, omdat het de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van het instituut aantast. Populisme hoort niet thuis in de rechtszaal, zelfs niet in de paraplubak”, aldus de hoogleraar rechtsfilosofie. Wat landelijk deken van de Nederlandse Orde van Advocaten Jan Loorbach betreft, moeten rechters ook het lef hebben om in grote zaken impopulaire vonnissen te vellen. “Gelukkig”, voegde hij eraan toe, “spelen bijna alle zaken zich af buiten de schijnwerpers van de media en de politiek en heerst daarover bij alle partijen grote tevredenheid.”
De politiek, en daarmee de stem van het volk, is onherroepelijk de rechtszaal binnengekomen, en dat terwijl de Nederlandse rechter, in de woorden van hoogleraar Veraart, “de ingebakken neiging heeft om zich terug te trekken als het politiek wordt”. Die ruimte is er niet meer in een tijd van een ruige en onvoorspelbare parlementaire democratie. “Is afstand trouwens wel wenselijk in een tijd waarin van de Rechtspraak mag worden verwacht dat zij zich vaker zal uitspreken in politiek hoog oplopende geschillen?” Voor Veraart is het zonneklaar: “Een rechterlijke macht die instinctief wegduikt als het politiek wordt, past niet bij een tijd waarin maatschappelijke verhoudingen in hoge mate gepolitiseerd zijn.” Rechters moeten daarom van Veraart hun rug rechten en steviger en zichtbaarder tegen de tijdgeest ingaan.
Bedreiging
De populistische tijdgeest is in de ogen van hoogleraar Wouter Veraart de belangrijkste bedreiging voor een onafhankelijke en robuuste rechterlijke macht. “Als mainstream partijen gaan zeggen dat iedereen die voor de rechter komt een dader is, dan gaat de rechtspraak schuiven. Rechters zijn de waakhonden van de rechtsstaat, maar ze zijn niet van steen. Ze kunnen alleen hun rug rechten als ze de steun krijgen van Den Haag”, aldus Veraart. Zolang de grote politieke partijen dat doen, is het populisme geen onoverkomelijk gevaar, meent de Amsterdamse hoogleraar. “Onze rechterlijke instanties hebben alles in huis om aan die bedreiging het hoofd te bieden.”
Stootje
Zo denkt minister Ivo Opstelten er ook over. De rechterlijke macht moet zich niet storen aan kritiek op de vermeende ivoren toren, aldus de minister. “Rechters moeten tegen een stootje kunnen. Een stevig debat is gezond.” Op de vraag van ProDemos-voorzitter Kars Veling of met populistische kritiek de kernwaarden van de rechtsstaat toch niet worden ondermijnd, antwoordde minister Opstelten: “Ik ben daar totaal niet bevreesd voor, zolang we de rechtsstaat keihard bewaken. Dat is mijn taak en daar sta ik voor. We leven in andere tijden, maar je moet je niet gek laten maken. Lees een krant, neem kennis van de kritiek, maar ik zeg altijd: op vrijdag wordt de vis erin verpakt.”