Bij het lezen van de titel van deze bijdrage zult u waarschijnlijk eerst en vooral denken aan octrooien op de aandrijvingstechnologie van elektrische auto’s. Een eenvoudige search in de octrooidatabank van espacenet.com leert dat er meer dan 20.000 octrooien zijn aangevraagd voor (onderdelen van) elektrische auto’s. Uw gedachte klopt dus. De uitvindingen op het gebied van elektrisch rijden lenen zich in de eerste plaats voor octrooibescherming Maar een van deze uitvindingen brengt ook nog andere intellectueel eigendomsrechtelijke aspecten met zich. Daar zal ik in deze bijdrage nader op ingaan.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
(Afwezigheid van) geluid
De voordelen van het rijden op elektriciteit zijn bekend: het is goedkoper en minder belastend voor het milieu. Maar er zijn ook nadelen. Bij rijsnelheden tot ongeveer 20 km/u maakt een elektrisch aangedreven personenauto vrijwel geen geluid. Dat kan lastig en gevaarlijk zijn voor fietsers en voetgangers. Een aantal fabrikanten heeft hun elektrische auto’s daarom al uitgerust met een geluidssignaal. Dit is strikt genomen nu nog verboden. Echter, mits het geluid niet te hard is en ook niet te veel afwijkt van gewoon motorgeluid wordt het in de praktijk gedoogd. Uiteindelijk worden er richtlijnen verwacht waaraan kunstmatige motorgeluiden zullen moeten voldoen.
Inmiddels zijn er in meerdere landen wedstrijden gehouden om op zoek te gaan naar geschikte geluiden voor elektrische voertuigen. In 2011 is er in Nederland de publiekswedstrijd ‘Elektrisch rijden, hoe klinkt dat?’ georganiseerd (zie http://www.elektrischrijdenhoeklinktdat.nl). Ook in Finland is een dergelijke publiekswedstrijd gehouden (zie http://ideaposti.posti.fi/material/543).
Autofabrikanten zien in deze ontwikkeling een mooie kans om aan hun auto’s (nog) meer onderscheidend vermogen te geven. Voor merken zoals bijvoorbeeld BMW zou het immers fantastisch zijn als hun auto’s al op afstand aan het (kunstmatige) motorgeluid te herkennen zijn. De kunst is om een herkenbaar en prettig geluid te creëren om het automerk niet alleen via de vormgeving en de prestatie, maar ook via het geluid van de auto nog verder te onderscheiden van de andere merken.
Misschien is het in de toekomst zelfs mogelijk (en toegestaan) om verschillende kunstmatige motorgeluiden te downloaden waardoor je je eigen auto verder kan personaliseren, vergelijkbaar met ringtones voor een mobieltje. Dat zou voor automerken, maar ook voor andere partijen, een leuke extra inkomstenbron kunnen betekenen. Maar ook voor advertising biedt deze nieuwe ontwikkeling tal van mogelijkheden. Een leuk voorbeeld hiervan is te vinden op http://www.youtube.com/watch?v=n17B_uFF4cA.
Auteursrecht
Het zal niemand verbazen dat kunstmatige motorgeluiden voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking kunnen komen. Op dit vlak is er geen verschil met muziek, jingles, reclametunes, etc. Het moet dan wel een geluid zijn waarin – zoals het door het Hof van Justitie van de EU is verwoord – “de persoonlijkheid en de vrije creatieve keuzen van de auteur worden weerspiegeld”. Kort gezegd, het geluid moet origineel zijn. Als het niet om een standaard motorgeluid gaat, dan zal er al snel sprake zijn van een auteursrechtelijk beschermd geluid. Dat betekent dat de ontwerper van het geluid of zijn werkgever als enige gerechtigd is om dat geluid te openbaren en te reproduceren. Op die manier kan worden voorkomen dat het desbetreffende motorgeluid zonder toestemming van de rechthebbende ook door anderen wordt gebruikt voor hun auto’s. De weg is daarmee vrij voor BMW om in de toekomst aan hun nieuwe elektrische 5-serie een eigen karakteristiek geluid mee te geven. Andere partijen mogen dat geluid dus niet zonder toestemming van BMW gebruiken.
Het auteursrecht kent echter een belangrijke beperking. Auteursrechtelijke bescherming is namelijk niet eeuwigdurend. In het voorbeeld van BMW als auteursrechthebbende, zal 70 jaar na de eerste openbaarmaking van het geluid de auteursrechtelijke bescherming van het geluid zijn afgelopen. Dat zou vervelend kunnen zijn voor BMW. Immers, na die 70 jaar kan iedereen dat geluid gebruiken, ook een Chinese fabrikant van goedkope, kleine, elektrische auto’s. In het voorbeeld van de nieuwe elektrische 5-serie lijkt dat probleem niet onoverkomelijk. Echter, als BMW ervoor zou kiezen om alle elektrische BMW’s uit te voeren met eenzelfde kenmerkende motorgeluid, dan zal BMW buitengewoon ongelukkig zijn met de Chinese fabrikant die zijn kleinere, goedkopere auto’s met hetzelfde geluid uitrust. Dat doet toch afbreuk aan het exclusieve imago van BMW en BMW zal zeer waarschijnlijk op zoek gaan naar een nieuw geluid.
Merkenrecht
Voor die gevallen waarin een fabrikant er bewust voor kiest om een bepaald kunstmatig motorgeluid als standaard in te voeren voor een of meerdere productseries verdient het de overweging om ook merkenrechtelijke bescherming aan te vragen. Het Hof van Justitie van de EU heeft reeds in 2003 bepaald dat klanken – en dus geluid – ook merkenrechtelijk beschermd kan worden. Ook een klank zou in de perceptie van het publiek kunnen dienen ter onderscheiding van waren of diensten. Dat zou mijns inziens ook kunnen gelden voor het kunstmatige motorgeluid van een elektrische auto. Het voordeel van merkenrechtelijke bescherming is dat deze bescherming eeuwigdurend is, mits er elke 10 jaar een vernieuwingstaks wordt betaald. Deze vorm van bescherming zou recht doen aan de rol die kunstmatige motorgeluiden naar verwachting in de toekomst gaat innemen bij de branding voor autofabrikanten.
Maar er is een praktisch probleem bij merkbescherming voor geluiden. Deze geluiden moeten namelijk vatbaar zijn voor een grafische voorstelling, bijvoorbeeld door middel van figuren, lijnen of lettertekens, die – in de woorden van het Hof van Justitie van de EU – duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief is. Concreet heeft het Hof bepaald dat aan deze voorwaarden wordt voldaan “wanneer het teken grafisch wordt voorgesteld door middel van een in maten verdeelde notenbalk met daarop een sleutel, noten en andere muzieksymbolen, die tezamen een getrouwe voorstelling vormen van de opeenvolging van klanken die de melodie vormen van het klankmerk”. Uiteraard weet ik nog niet wat de toekomst ons zal brengen, maar ik verwacht dat de nieuw te ontwikkelen kunstmatige motorgeluiden toch bij voorkeur de oorspronkelijke motorgeluiden van verbrandingsmotors zullen blijven volgen. Die geluiden zijn heel moeilijk grafisch weer te geven. Zodra er echt afstand wordt genomen van conventionele motorgeluiden zal er meer ruimte komen voor een grafische vastlegging van de geluiden. In die gevallen is het aanvragen van merkbescherming de oplossing om eeuwigdurende bescherming te krijgen voor de aan elektrische voertuigen toegevoegde motorgeluiden.
Conclusie
Het is uiteindelijk de vraag in hoeverre het kunstmatige geluid van een elektrische voertuig gereguleerd zal gaan worden door de Europese of nationale wetgevers. Uiteraard is veiligheid het grootste goed en is regulering ook vanwege mogelijk overlast gewenst, maar het zou mooi zijn als er ruimte blijft voor originaliteit. Die ruimte zal door fabrikanten van elektrische voertuigen absoluut worden benut. Daar ben ik van overtuigd. Daarmee vergroot het intellectuele eigendomsrecht haar rol in de wereld van het elektrisch rijden van louter octrooien op de technologie tot auteursrecht en merkenrechtelijke bescherming voor kunstmatige motorgeluid. Ik verwacht binnen afzienbare tijd dat de fabrikanten hun eerste voorzichtige stappen op dit gebied zullen zetten.