De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 24 januari 2013 dat de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag, gezien de aard en ernst van de gedragingen, niet onevenredig is aan het plichtsverzuim.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Uit het door het Bureau Integriteit van de Interne Accountants Dienst na onderzoek uitgebrachte rapport van 11 september 2009 komt naar voren dat appellant twaalf keer de GBA en twee keer het SUWI-net voor niet zakelijke doeleinden heeft geraadpleegd waarvan zeven keren in 2009. Appellant heeft deze raadplegingen niet betwist. Tegenover de onderzoekers heeft appellant als reden voor de raadplegingen veelal het bieden van hulp in de privé-sfeer bij indienen van een bezwaarschrift opgegeven, waarvoor dan kennelijk het beschikken over bepaalde gegevens nodig was. Op de door de bezwaaradviescommissie DWI gehouden hoorzitting heeft appellant het echter doen voorkomen alsof de raadplegingen geschiedden om jongere medewerkers uit te leggen hoe de systemen werkten. Aan eerstbedoelde verklaringen moet doorslaggevende betekenis worden toegekend, nu deze zijn afgelegd op een moment voordat appellant de volledige draagwijdte van wat hem werd verweten, zal zijn gaan beseffen. Appellant heeft ook geen bewijs aangedragen dat zijn eerdere verklaring onjuist was.
De verwijzing van appellant naar de cultuur binnen zijn afdeling, hieruit bestaande dat wel vaker niet-zakelijke raadplegingen worden gedaan, kan hem niet baten. In de eerste plaats niet, omdat appellant te allen tijde een eigen verantwoordelijkheid bezit met betrekking tot het omgaan met vertrouwelijke gegevens. Zijn handelen is ook niet verenigbaar met door hem ondertekende geheimhoudingsverklaringen. In de tweede plaats niet, omdat van het bestaan van die cultuur niet is gebleken. Integendeel, de gedingstukken, waaronder berichten op intranet, wijzen erop dat van hogerhand nadrukkelijk is aangegeven dat – op straffe van disciplinaire maatregelen – zorgvuldig moest worden omgegaan met persoonsgegevens uit bedoelde systemen.
De Raad acht de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag gezien de aard en ernst van de hiervoor besproken gedragingen in het licht van de terecht gestelde eisen van betrouwbaarheid en integriteit van medewerkers van de DWI, niet onevenredig aan het plichtsverzuim.