Het CBP heeft de Minister van Justitie een aantal voorstellen gedaan voor wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Met de wijzigingen worden problemen opgelost die het CBP in de loop der jaren heeft geconstateerd. De voorstellen voor wijziging van de WBP gaan met name over het verbod op het verwerken van bijzondere gegevens (zoals gegevens over iemands gezondheid, ras of godsdienst) en het voorafgaand onderzoek.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De WBP verbiedt het verwerken van bijzondere gegevens. Het CBP adviseert de Minister te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is om de uitzonderingen op het verbod op het verwerken van bijzondere gegevens nader in te vullen. In de praktijk blijkt dat het bijvoorbeeld voor accounts en auditors niet mogelijk is om bijzondere gegevens te verwerken voor verificatie- of nalevingsonderzoek. Zij hebben deze gegevens echter wel nodig.
Organisaties en instellingen weten daarnaast niet wanneer een voorafgaand onderzoek voor een verwerking van persoonsgegevens moet worden aangevraagd. Een voorafgaand onderzoek moet aangevraagd worden voor verwerkingen die naar het oordeel van de wetgever een bijzonder risico inhouden voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. Het CBP is van oordeel dat een voorafgaand onderzoek alleen noodzakelijk is voor verwerkingen van bijvoorbeeld strafrechtelijke gegevens of heimelijke waarnemingen die structureel gaan plaatsvinden. Daarnaast adviseert het CBP te verduidelijken in welke gevallen een voorafgaand onderzoek moet worden aangevraagd.
De wijzigingsvoorstellen voor de WBP sluiten aan bij de 10 voorstellen voor vermindering van administratieve lasten die het CBP op 7 december 2004 aan de Minister van Justitie stuurde. Voor een aantal van die punten is het eveneens nodig de WBP of het Vrijstellingsbesluit WBP aan te passen.
Over Voorafgaand Onderzoek
In bepaalde gevallen stelt het CBP een voorafgaand onderzoek in, voordat de verantwoordelijke de gegevens mag gaan verwerken. Het gaat om verwerkingen die naar het oordeel van de wetgever een bijzonder risico inhouden voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de verantwoordelijke het sofinummer voor andere doeleinden wil gebruiken dan waarvoor dit nummer specifiek bestemd is of als een verantwoordelijke gegevens wil vastleggen op grond van eigen waarneming zonder dat betrokkenen hiervan op de hoogte zijn, bijvoorbeeld heimelijk cameratoezicht. Ook stelt het CBP een voorafgaand onderzoek indien de verantwoordelijke strafrechtelijke gegevens of gegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag wil verwerken ten behoeve van derden en hij geen vergunning van het Ministerie van Justitie heeft om als recherchebureau te opereren. Meer informatie over het Voorafgaand Onderzoek is te vinden in het Informatieblad Voorafgaand onderzoek.
Voorstellen voor wijziging Wet bescherming persoonsgegevens, College bescherming persoonsgegevens